Vanwege de dramatisch gedaalde passagiersaantallen zagen luchtvaartmaatschappijen zich gedwongen in rap tempo vluchten te schrappen. Veel Europese, Amerikaanse en Aziatische airlines tot eind maart niet of nauwelijks meer naar bestemmingen op het Chinese vasteland. Pas vanaf dan wordt rekening gehouden met een herstel.

Ook Chinese maatschappijen hebben gesneden in de capaciteit. China Eastern en China Southern, de grootste Chinese luchtvaartmaatschappijen op internationale routes, hebben vanwege het coronavirus de capaciteit teruggebracht met ruim 200.000 stoelen per week. Spring Airlines, dat slechts zeven procent van haar capaciteit schrapte, is nu de grootste airline qua internationale capaciteit vanaf China.

Op de ranglijst van 's werelds grootste internationale luchtvaartmarkten moet China nu Portugal voor zich dulden. Sinds 20 januari is de capaciteit al met 1,7 miljoen stoelen afgenomen, wat neerkomt op een reductie van tachtig procent. In de afgelopen week is de internationale capaciteit vanaf China met nog eens 270.000 stoelen gedaald. Buurlanden Japan, Thailand en Taiwan voelen deze reductie het sterkst.

Ondertussen zijn de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus voor het binnenlandse vliegverkeer zijn nog veel groter. In vergelijking met vier weken geleden is de capaciteit gedaald met 10,4 miljoen stoelen per week. Alleen China Eastern Airlines heeft het aantal stoelen al met 1,9 miljoen stoelen moeten reduceren, zo meldt OAG.