PARIJS - Na het cabinepersoneel van Air France krijgen ook de medewerkers op de grond extra salaris. De Franse luchtvaartmaatschappij sloot een akkoord met de vakbonden waardoor het grondpersoneel er met terugwerkende kracht twee procent op vooruit gaat.
Beide akkoorden volgen op lange en kostbare stakingen onder het personeel, die passagiers veel overlast bezorgden en uiteindelijk topman Jean-Marc Janaillac de kop kostten. De schade liep in de honderden miljoenen.
Onder leiding van nieuwe topman Ben Smith van Air France-KLM werden de gesprekken met de vakbonden vlot getrokken. Grondbonden CFDT, CFE-CGC, FO en UNSA zijn nu akkoord met een loonsverhoging voor het grondpersoneel, die met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019 ingaat.
“Ik ben erg blij met deze overeenkomst”, zegt Smith. “Dit betekent een nieuwe stap voorwaarts. Samen met het akkoord met de cabinebonden is dit het bewijs dat we het vertrouwen van het personeel willen terugwinnen, wat een essentiële voorwaarde is voor ons succes.”
Het afgelopen jaar was er veel onrust onder het Air France-personeel. Waar hun collega’s bij KLM er onder leiding van topman Pieter Elbers al vier jaar de schouders onder zetten om de productiviteit te verhogen zonder daarvoor extra te worden beloond, vochten de Franse bonden voor het behoud van de riante arbeidsvoorwaarden bij Air France. Daardoor doet KLM het financieel en operationeel veel beter dan Air France.
Donderdag besloot Smith om Air France-dochter Joon de nek om te draaien. Het mislukte dochterbedrijf was bedoeld om goedkoper te vliegen dan het moederbedrijf, maar uiteindelijk accepteerde alleen het cabinepersoneel een lager salaris. Zij vloeien nu terug naar Air France, evenals de vliegtuigen.