Op de tweede plaats komt Brussels Airport, waar 3 procent van alle Nederlandse passagiers vandaan vliegt, en op de derde plaats Weeze Airport met 1 procent. De overige 4 procent die vanuit het buitenland vliegt, doet dat verspreid over een groot aantal andere vliegvelden, waaronder die van Charleroi, Luik, Antwerpen, Frankfurt en Münster-Osnabrück.

Met name reizigers uit de grensregio's maken veel van buitenlandse luchthavens gebruik. Voor hen zijn die vaak dichterbij dan Schiphol. Zo ligt Weeze maar 1 kilometer van de grens bij Limburg.

Bekijk hieronder de volledige top zes grootste vertrekluchthavens voor Nederlanders. Ruim twee derde vliegt vanaf Schiphol.

1. Schiphol Airport (AMS): 67 procent
2. Eindhoven Airport (EIN): 11 procent
3. Rotterdam The Hague Airport (RTM): 7 procent
4. Düsseldorf Airport (DUS): 5 procent
5. Brussels Airport (BRU): 3 procent
6. Weeze Airport (NRN): 1 procent

Overige in Nederland: 2 procent
Overige buiten Nederland: 4 procent

Andere bevindingen
Verder bevat het onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid geen grote verrassingen. Vliegreizigers zijn nog steeds voornamelijk hoogopgeleid, met gemiddeld een wat hoger inkomen. 13 procent van de Nederlanders vliegt drie keer of vaker per jaar.

Ook is van de reizigers die het afgelopen jaar in het vliegtuig stapte, slechts een zeer klein deel (4 procent) van plan om in de toekomst niet meer te vliegen. Onder die 4 procent wordt vooral het klimaat als overweging gegeven.

Nederlanders vliegen voornamelijk om op vakantie te gaan, voor een stedentrip, of om familie of vrienden te bezoeken (81 procent). De overige 19 procent van de vliegreizen heeft een zakelijk motief. Spanje is de meest populaire bestemming: ruim 1 op de 5 vliegreizen gaat daarnaartoe.