GENEVE - Hoewel in de maand april het internationale passagiersvervoer beduidend minder sterk daalde dan in de voorgaande maand, is het einde van de tunnel nog niet in zicht. Dat meldde de internationale luchtvaartorganisatie IATA woensdag (27 mei). In april daalde het passagiersvervoer met 3,1 procent, tegenover een afname van 11,1 procent in de maand ervoor.


Deze verbetering is volgens IATA minder rooskleurig dan op het eerste gezicht lijkt. Zo zorgde de late paasvakantie ervoor dat het aantal passagiers in april ten opzichte van dezelfde maand in 2008 met zo’n twee procent werd opgekrikt.

Waar sprake was van een passagiersgroei, ging dit ten koste van de gemiddelde opbrengsten. En voorlopige cijfers voor de maand mei duiden opnieuw op een terugval van zeker tien procent. Het luchtvrachtvervoer daalde in april met 21,7 procent - in lijn met de voorgaande maanden.

“Hoewel we het ergste mogelijk achter de rug hebben, zijn er nog geen tekenen die duiden op een snel herstel”, aldus IATA-topman Giovanni Bisignani. De gemiddelde bezettingsgraad kwam in april uit op 74,4 procent, dankzij het vakantieverkeer ruim twee procent hoger dan in maart. De rest van het jaar rekent IATA echter op een dalende bezettingsgraad.

In Europa was in april sprake van een vervoersafname van 2,7 procent, tegenover een afname van 11,6 procent in maart. De vervoersafname in april liep in de pas met een capaciteitsverkleining van 2,6 procent in dezelfde maand.