OTTAWA - De ministers van Buitenlandse Zaken van de G7-landen hebben Rusland opgeroepen om opheldering te verschaffen over het neerstorten van het passagiersvliegtuig MH17. De Boeing werd op weg van Schiphol naar Maleisië in juli 2014 door een luchtdoelraket in Oost-Oekraïne neergehaald. Alle 298 inzittenden kwamen om. Onder hen waren 196 Nederlanders.
Het bewijsmateriaal van internationale onderzoekers dat het vliegtuig van Malaysian Airlines met een buk-raket van het Russische leger werd neergehaald is „overtuigend, significant en diep verontrustend”. Moskou noemt het onderzoek ongeloofwaardig en geeft Oekraïne de schuld.
Rusland moet volgens de G7 onmiddellijk in overleg gaan met Nederland en Australië en opheldering te geven over mogelijke schendingen van het internationaal recht, aldus de ministers in een gezamenlijke verklaring. Nederland leidt het onderzoek naar het ongeval omdat het overgrote deel van de slachtoffers van de ramp Nederlanders waren. 38 slachtoffers waren Australiërs.
Eind mei riep NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg Rusland op om de verantwoordelijkheid voor het neerstorten op zich te nemen. Dinsdag is het vier jaar geleden dat het toestel werd neergehaald.