BRUSSEL - De Europese Commissie heeft meer tijd nodig om een oordeel te vellen over de volgend jaar in te voeren Nederlandse vliegbelasting. Europees transportcommissaris Jacques Barrot heeft de Nederlandse autoriteiten om meer informatie gevraagd over de precieze grondslag van de heffing, die in juli 2008 in werking treedt. Dat meldt Barrot naar aanleiding van vragen van VVD-europarlementariër Jeanine Hennis-Plasschaert.

De Commissie zegt met name meer informatie nodig te hebben om te bepalen of de heffing niet ingaat tegen Europese wetgeving op het gebied van vrije dienstverlening in de luchtvaart. De Commissie heeft daarnaast meer gegevens nodig om de gevolgen van de vrijstelling voor transferpassagiers te kunnen beoordelen. De heffing zal volgens de huidige plannen slechts van toepassing zijn op lokaal opstappende passagiers.

Verdrag van Chicago
De vraag van Hennis-Plasschaert of de vliegbelasting in strijd is met artikel 15 van het Verdrag van Chicago of met Europese regels om de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europese luchtruim te realiseren, antwoordt Barrot dat dit niet het geval is. “Deze teksten hebben respectievelijk betrekking op luchthavengelden en luchtvaartnavigatiediensten, niet op vliegbelastingen”, aldus Barrot.

De Commissie vindt het verder nog te vroeg om een vergelijking te trekken tussen de Nederlandse vliegbelasting en een vertrekbelasting op de luchthaven van Malta. De EC waarschuwde de Maltese regering vorig jaar wegens deze heffing omdat deze zou leiden tot ongelijkheid tussen nationale en internationale passagiers. Volgens Barrot is helemaal niet zeker of de geplande Nederlandse heffing op dezelfde manier functioneert als de Maltese.

Van onze redactie