Ongelijke beloning bij luchtvaartmaatschappij

11 maart 2003 - 1:00
Stand-by stewardessen zijn in het verleden ongelijk beloond volgens de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Dit oordeelde de CGB op 7 maart 2003. Werkneemsters van een luchtvaartmaatschappij verzochten de Commissie te onderzoeken of zij in de jaren 70 en 80 te laag zijn beloond in vergelijking met vaste krachten.

Tijdens het onderzoek van de Commissie kwam vast te staan dat vrouwen voor 1 januari 1977 geen vast dienstverband konden krijgen bij deze luchtvaartmaatschappij. Werkneemsters kregen zogenaamde stand-by contracten. Toen vrouwen vanaf de jaren 80 wel een vast contract konden krijgen, werden de jaren als stand-by niet of nauwelijks meegeteld als ervaringsjaren voor de hoogte van de beloning. Een van de verzoeksters met 23 jaar ervaring als stand-by kreeg hetzelfde salaris als een stewardess zonder enige ervaring. Het was voor de stand-by stewardessen ook niet mogelijk om pensioen op te bouwen.

De CGB oordeelt dat in het geval van de (assistent) pursers sprake is van gelijkwaardige arbeid. Deze groep werd en wordt dan ook ten onrechte in een lagere schaal ingedeeld.

De luchtvaartmaatschappij stelde dat wordt gehandeld volgens de CAO. Net als de Hoge Raad heeft de CGB echter geoordeeld dat afspraken die zijn vastgelegd in een CAO als niet geldig moeten worden beschouwd als deze in strijd zijn met de (gelijkebehandelings)wet.
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen