SEATTLE - Boeing moet miljarden dollars extra afschrijven op de productie van de 787 Dreamliner, de 747-8 en het KC-46 tankvliegtuig. Dat meldt de vliegtuigbouwer bij de bekendmaking van cijfers over het tweede kwartaal.
Voor de productie van twee onverkochte toestellen van de Dreamliner, onderdeel van de zogeheten ‘terrible teens’, schrijft Boeing 847 miljoen dollar af. De eerste serie productievliegtuigen legt het qua prestaties af tegen later geproduceerde toestellen, waardoor Boeing lang met de toestellen bleef zitten. Een aantal ging naar musea en luchtvaartmaatschappijen als Air Austral en Ethiopian namen er een paar – met korting – af. Ook de Mexicaanse luchtmacht bleek geïnteresseerd. Toch staan er nu nog twee exemplaren aan de grond, die de vliegtuigbouwer achteraf veel geld kosten.
Boeing trof ook een voorziening voor de verlaging van het productietempo van de 747-8. De verlengde jumbojet verkoopt niet goed. Sinds vorig jaar worden nog slechts zes toestellen per jaar gebouwd en ook de toekomst oogt niet voorspoedig.
Als laatste is geld opzij gezet voor het KC-46 programma. Het tankvliegtuig, gebaseerd op de Boeing 767, kent aanloopproblemen en wordt later geleverd dan verwacht. Boeing verwacht ook geld kwijt te zijn aan compensatie richting klanten.