BRUSSEL - De Europese Commissie gaat strengere eisen stellen aan luchtvaartmaatschappijen die branchegenoten willen inlijven. Vaak vraagt het dagelijks EU-bestuur deze maatschappijen om start- en landingsrechten te verkopen aan concurrenten, zodat voor passagiers genoeg keuze overblijft tussen verschillende reisaanbieders. Eurocommissaris Didier Reynders zei in een interview met zakenkrant Financial Times dat dit soort eisen te weinig effect hebben.
Een probleem zou zijn dat te koop aangeboden start- en landingsrechten op luchthavens, ook wel slots genoemd, niet werden gebruikt door andere luchtvaartmaatschappijen op de routes waarover concurrentiezorgen bestaan. "We zien dat sommige remedies niet efficiënt zijn. In het verleden was de belangrijkste eis dat luchtvaartmaatschappijen andere bedrijven hun slots aanboden", zegt Reynders tegen de Britse krant.
Brussel wil dat fuserende luchtvaartmaatschappijen voortaan ook garanderen dat de slots die ze van de hand doen, worden gebruikt voor vluchten op routes waar concurrentiezorgen over zijn. Ook kunnen toezichthouders ze vragen om bepaalde bezittingen te verkopen, zoals luchtvrachtonderdelen, vliegtuigen of contracten met afhandelingsbedrijven op vliegvelden.
In de Europese luchtvaartsector is een nieuwe overname- en consolidatiegolf gaande sinds het einde van de coronapandemie. De virusuitbraak betekende een grote klap voor de financiën van luchtvaartmaatschappijen, die daardoor moeilijker zelfstandig kunnen voortbestaan.
Onlangs kocht Air France-KLM een belang van 20 procent in de Scandinavische branchegenoot SAS, als onderdeel van een reddingsoperatie. Eerder dit jaar werd het Duitse concern Lufthansa voor 41 procent eigenaar van de Italiaanse nationale luchtvaartmaatschappij ITA. Beide deals moeten nog goedgekeurd worden door de EU. De Portugese maatschappij TAP staat ook te koop. Onder andere Air France-KLM en British Airways-moederbedrijf IAG hebben interesse.