De nieuwe testcel bevindt zich in een gebouw op een steenworp afstand van de terminal. De gigantische buis, waarin een vliegtuigmotor op volle kracht kan worden getest, heeft een inlaat van ruim twintig meter doorsnee en een uitlaat van meer dan 23 meter doorsnee. De cilinder is in een betonnen bunker geplaatst en is van buitenaf niet te ontdekken. “De uitlaat zit in de grond en gaat recht omhoog, om op die manier geen verstorende turbulentie voor het vliegverkeer te produceren en de geluidsproductie voor de omgeving te minimaliseren.”

Big business
Het onderhoud aan vliegtuigmotoren is een groeiende business voor Delta, dat op dit moment tot de drie grootste aanbieders van MRO (Maintenance, Repair and Overhaul) in de wereld behoort.

De Amerikaanse KLM-partner beschikt zelf over een zeer diverse vloot, variërend van relarief kleine Embraers en Bombardiers voor regionale vluchten tot Airbus A320’s, Boeing 737’s en McDonnell Douglas MD-80’s voor continentale vluchten, en van Boeing 757, Boeing 767’s, Boeing 777’s, Airbus A330’s en Airbus A350’s voor langere afstanden. “Straks komt daar de Airbus A220 bij”, zegt Moore. “Die vergen allemaal onderhoud."

Ook voor derden worden veel werkzaamheden verricht. Zo is Delta TechOps, zoals de onderhoudsafdeling heet, gespecialiseerd in oudere types als de DC-10, MD-11 en Boeing 747. “Daar is veel geld in te verdienen.”

Met de nieuwe testvoorziening is Delta klaar voor de toekomst. Recent werd al een oude hangaar omgebouwd tot reparatieruimte en nu beschikt de luchtvaartmaatschappij ook over een extra grote testcel, waar de allergrootste motoren, zoals die van de Airbus A350 en de nieuwe Boeing 777X, in de toekomst getest kunnen worden.