TRIPOLI - Nabestaanden van doden die vielen bij het neerstorten van een Libisch passagiersvliegtuig eind 1992 bij Tripoli, hebben de Libische regering gevraagd een nieuw onderzoek naar de toedracht te doen. Dat hebben zij woensdag in de Libische hoofdstad laten weten.
Op 22 december 1992 stortte een Boeing 727-200 van de Libische luchtvaartmaatschappij Libyan Arab Airlines kort voor de landing in Tripoli neer. Het toestel was opgestegen in Benghazi. Alle 157 inzittenden kwamen daarbij om het leven. Onder de doden waren veertig buitenlanders, de meesten Egyptenaren.
Over de oorzaak deed het toenmalige regime van Muammar Kaddafi aanvankelijk verscheidene suggesties. Uiteindelijk werd gezegd dat het een botsing was geweest tussen de Boeing en een MiG-23 van de luchtmacht.
De slachtoffers werden onmiddellijk in een massagraf begraven en nabestaanden werden er door de Libische autoriteiten geweerd. Deze maand heeft voor het eerst een grote groep nabestaanden een herdenking gehouden.
Tripoli weet het ongeluk met de Boeing 727 eerst aan gebrek aan vliegtuigonderdelen als gevolg van een VN-embargo tegen Libië. Dat sprak Libyan Arab Airlines verontwaardigd tegen.
Het regime opperde ook westerse geheime diensten als veroorzaker van het ongeluk. Op 22 december 1988 stortte een Amerikaanse Boeing 747 boven Schotland neer als gevolg van een terroristische aanslag, waar Libië bij betrokken was.
(c) Reismedia / ANP