DUBLIN - De recente prijsval van ruwe olie op de wereldmarkt is door prijsvechter Ryanair met gemengde gevoelens ontvangen. Het bedrijf ging het laatste jaar voor tientallen miljoenen euro's het schip in omdat topman Michael O'Leary koos voor een strategie waarbij maar weinig brandstof van tevoren werd ingekocht. En juist nu de brandstofprijzen drastisch dalen, heeft Ryanair voor het derde kwartaal een groot deel van de benodigde brandstof al ingeslagen.

Het bedrijf maakte donderdag (18 september) bekend de prijs van kerosine voor het derde kwartaal te hebben vastgelegd op basis van 124 dollar per vat ruwe olie. Voor september, de laatste maand van Ryanair’s derde kwartaal, ligt de prijs vast op 129 euro. De actuele waarde van een vat ruwe olie daalde de afgelopen dagen echter tot onder de 100 dollar.

Het principe van 'hedging' wordt door de meeste maatschappijen nagestreefd. De prijs van brandstof wordt daarbij voor korte of lange termijn vastgelegd, afgestemd op tarieven die op het moment van de aankoop gelden. Om te kunnen hedgen betalen luchtvaartmaatschappijen echter wel een premie. Aan die premie wilde O’Leary het afgelopen jaar niet geloven, omdat hij mikte op een prijsval van olie. Juist nu Ryanair voor het derde kwartaal een aanzienlijk deel van de benodigde brandstof heeft ‘ingeslagen’, is de prijs van ruwe olie gekelderd.

Ryanair heeft voor het vierde kwartaal van het boekjaar, dat loopt tot en met maart 2009, nog geen brandstof gehedged. Daarom verwacht de budgetmaatschappij alsnog te kunnen profiteren van de goedkopere brandstof. Daar staan de nadelige gevolgen van kwakkelende Europese economieën tegenover. De eerder vrijgegeven verwachting voor het lopende jaar is licht bijgesteld. Die luidde ‘geen winst, of tot zestig miljoen euro verlies’. Bij brandstofprijzen onder de 100 dollar per vat wordt echter geen verlies geleden, aldus Ryanair donderdag.

Van onze redactie