LELYSTAD - Extra wettelijke bescherming tegen vliegtuiggeluid in het buitengebied rond Schiphol is geen oplossing voor geluidshinder in dat gebied. Dat vindt het Platform Nederlandse Luchtvaart (PNL). Het buitengebied geniet nu al wettelijke bescherming door de handhavingspunten in het binnengebied, die er voor moeten zorgen dat de geluidsbelasting binnen bepaalde grenzen blijft.

Volgens het PNL betekent dit niet dat er geen hinder bestaat in het buitengebied. Voor het verminderen van deze hinder zijn andersoortige maatregelen nodig, vindt de belangenorganisatie voor de luchtvaart in Nederland.

Naar verwachting presenteert het kabinet aanstaande donderdag haar standpunt over de toekomst van Schiphol. Een voorproefje hiervan werd vorige week gegeven in het debat met de Tweede Kamer, over een vermeend meningsverschil tussen staatssecretarissen Schultz en Van Geel omtrent de bescherming van het buitengebied rond Schiphol. Dit is het gebied dat buiten de huidige 35 handhavingspunten ligt en zich uitstrekt tot vlakbij Castricum in het noorden en Leiden in het zuidwesten.

Het PNL noemt het plaatsen van handhavingspunten in het buitengebied zinloos. Voor de handhavingspunten geldt een maximale geluidsbelasting. In het gebied binnen die handhavingspunten (het binnengebied) mag de geluidsbelasting hoger zijn dan de grenswaarden in de handhavingspunten. In het buitengebied moet de geluidsbelasting juist lager zijn. Het buitengebied heeft daarom helemaal geen extra wettelijke bescherming nodig, die wordt immers al geboden door de handhavingspunten, stelt het PNL.

Het PNL ontkent niet dat er in het buitengebied geen overlast van vliegtuiggeluid is. “Die is er wel degelijk”, zget in het PNL in een verklaring. “De luchtvaartsector en de omgeving van Schiphol kunnen daar samen door middel van praktijkexperimenten oplossingen voor bedenken.” Hierbij denkt het PNL onder andere aan hoger aanvliegen.