SAN FRANCISCO - Op de luchthaven van San Francisco (SFO) mogen tot nader order vliegtuigen van buitenlandse maatschappijen niet langer parallel landen aan een ander toestel. Dit heeft de Federal Aviation Administration (FAA), de Amerikaanse luchtvaartautoriteit, dinsdag in een verklaring gezegd. Twee Amerikaanse vliegtuigen mogen nog wel tegelijk landen.

De maatregel is nog steeds een reactie op de crash van een Boeing 777-200ER van Asiana Airlines in San Francisco, op 6 juli, waarbij drie mensen om het leven kwamen.

Vliegtuigen op SFO moeten sinds 1 juni op zicht landen omdat de 'glide slope indicator' is uitgezet wegens uitbreiding van de luchthaven. Dit blijft zo tot 22 augustus. Deze indicator, onderdeel van de ILS, geeft normaal aan hoe de bemanning moet dalen.

Asiana vlucht 214 had op 6 juli moeten landen op baan 28L met een visual approach, maar het vliegtuig zat te laag en raakte de wal, vlak voor de baan.

Geen beheersing
De FAA vermoedt nu dat niet alle bemanningen van buitenlandse maatschappijen een dergelijke manoeuvre goed beheersen en neemt daarom het zekere voor het onzekere. Op de twee lange, parallelle banen, 28R en 28L van SFO, mogen geen twee buitenlandse toestellen tegelijk landen.

Zo worden de piloten tijdens de landing niet afgeleid, zegt de FAA, door een toestel naast hen. En mocht er toch iets gebeuren, zoals met de Boeing van Asiana die rondtolde, dan kan er geen ander toestel worden geraakt.

In de Amerikaanse piloten heeft de FAA wel vertrouwen. De visual approach maakt nog altijd een stevig onderdeel uit van hun opleiding, zegt de FAA. Eerder adviseerde de FAA piloten al om GPS te gebruiken tijdens de aanvliegroute op SFO, zolang de glide slope indicator is uitgeschakeld.

Naar wordt aangenomen worden alle parallelle landingen na 22 augustus op SFO weer toegestaan.

Van onze redactie

Veel doorstarts Asiana in San Francisco al vóór crash van 6 juli