SCHIPHOL - Het aantal passagiers op Schiphol is het eerste half jaar fors gegroeid ten opzichte van 2021, maar zit nog niet op het niveau van voorheen, mede door ‘operationele verstoringen.’ Dit heeft de luchthaven vrijdag bekendgemaakt. Financieel ging het ook beter, onderliggend was er nog verlies, netto boekte het bedrijf weer winst.
De eerste zes maanden van dit jaar reisden 23,8 miljoen mensen via de hub, veel meer dan de 5,6 miljoen in dezelfde periode van 2021, maar nog aanzienlijk minder dan de 34,5 miljoen uit H1 van 2019.
Door het verdwijnen van de pandemie, vanaf afgelopen voorjaar, keerden de passagiers in grote getalen terug. De groei had hoger kunnen uitvallen als de luchthaven niet te kampen had gehad met personeelstekorten, die, zoals het bedrijf in een communiqué zegt, leidde tot “operationele verstoringen.” Er ontstonden in mei en juni lange wachtrijen, die ook in de maanden daarna aanhielden.
Schiphol zegt dat de “genomen maatregelen”, lees: het beperken van het aantal vertrekkende passagiers per dag, inmiddels hebben geleid tot een “beter serviceniveau.” Voor heel 2022 verwacht Schiphol uit te komen tussen de 51 en 55 miljoen passagiers; in 2019 was dit 71 miljoen.
Financiel op de weg terug
Financieel is het luchthavenbedrijf (de Schiphol Group) ook op de weg terug. Het ‘onderliggende’ nettoresultaat over de eerste helft van 2022 kwam uit op een verlies van 33 miljoen euro, tegenover min 257 miljoen euro in H1 van 2021.
Schiphol hanteert nog een tweede berekening van winst en verlies, waarbij onder meer ook inkomsten uit andere activiteiten dan de luchtvaart, zoals de NOW-subsidie en de reële waardestijging op vastgoedbeleggingen worden meegerekend. Op die manier komt er over H1 van 2022 een positief nettoresultaat naar boven, van 65 miljoen euro. In de eerste zes maanden van 2021 was dit nog een verlies van 140 miljoen euro.