UTRECHT - Het aantal mensen dat in Nederland wordt opgeleid tot verkeersvlieger is nu nog slechts een kwart ten opzichte van het aantal in 2007. Daarnaast is er van de tien tot vijftien Nederlandse vliegscholen in 2008 slechts een handjevol over. Dat meldt directeur Eric Duijkers van opleider EPST tijdens een interview in Luchtvaartnieuws magazine.
European Pilot Selection & Training (EPST) is een van de pilotenopleiders die de crisis heeft overleefd. De opleider heeft inmiddels weer volle opleidingsklassen en voert de werving en selectie van gezagvoerders voor Transavia uit ten behoeve van de nieuw te openen basis in München.
De opleider houdt de kosten naar eigen zeggen laag door niet op een vliegveld, maar op een Utrechts industrieterrein kantoor te houden. Ook is de basistraining van de piloten buiten de deur gelegd door een samenwerking met het Britse CTC Aviation, dat beschikt over trainingscentra in Engeland en de Verenigde Staten.
Wel ziet Duijkers dat het op dit moment lastiger is goede studenten te vinden. Volgens hem heeft de tand des tijds ervoor gezorgd dat studenten op zoek gaan naar een werkveld waar ze zekerder zijn een baan te vinden, zonder direct een enorme schuld mee te moeten dragen.
Duijkers: “Ik vind, mede om die reden, dat de tijd rijp is voor meer samenwerking tussen de nog overgebleven vliegscholen om bijvoorbeeld studenten weer voor het vak van piloot te interesseren omdat de in Nederland opgeleide vliegers met de juiste kwaliteiten internationaal populair zijn."
Foto (c) Reismedia
Thuiszitten
Tijdens het gesprek steekt de directeur en grootaandeelhouder zijn mening niet onder stoelen of banken. Zo is hij van mening dat er teveel piloten in het verleden door de vliegerselectie zijn gekomen dan verstandig is en nu thuiszitten.
Ook over ‘Pay-to-fly’ is hij duidelijk. Duijkers is tegen het feit dat vliegers die ervaring willen opdoen, hiervoor moeten betalen.
Lees het volledige artikel in Luchtvaartnieuws Magazine.