DEN HAAG - De luchtvaartsector lijkt akkoord te gaan met de invoering van de vliegbelasting. In het geheim wordt overleg gevoerd tussen de belangenorganisatie van luchtvaartmaatschappijen BARIN en de ministeries van Financiën en Verkeer en Waterstaat. Dat schrijft luchtvaartjournalist Arnold Burlage vrijdag (28 februari) in de Telegraaf. BARIN zou pleiten voor een belasting die beter op de duur van de vlucht en de vervuiling van het vliegtuig is afgestemd.

Volgende week dienen nog enkele rechtszaken tussen de reisindustrie en de Staat. Die juridische stappen verliezen aan kracht nu de in BARIN verenigde luchtvaartmaatschappijen lijken aan te sturen op een compromis, aldus Burlage in het ochtendblad.

In de huidige plannen betalen passagiers die uit Nederlands vertrekken met ingang van juli 11,25 of 45 euro, afhankelijk van de afstand van de vlucht. De drempel tussen het lage en hoge tarief is bepaald op een vluchtafstand van 2500 kilometer. Die verdeling betekent dat een passagier die uit Groningen naar bijvoorbeeld het populaire Dalaman in Turkije afreist, 45 euro belasting betaalt. Bij vertrek vanuit Eindhoven is er sprake van een afstand die korter is dan 2500 kilometer, waardoor het lage tarief in rekening wordt gebracht.

Een andere doorn in het oog van de luchtvaartmaatschappijen is dat er in de rijksplannen niet gekeken wordt naar het type vliegtuig dat ingezet wordt. De heffing geldt net zo goed voor moderne, zuinige vliegtuigen als voor verouderde brandstofslurpers.