LEIDEN - De Single European Sky is het ideaalbeeld dat in Europa moet leiden tot minder files in de lucht, minder CO2-uitstoot, lagere operationele kosten en een verhoging van de veiligheid. Bij de totstandkoming van dit gezamenlijke Europese luchtruim zullen wel de nodige juridische kwesties moeten worden opgelost. Wie wordt er bijvoorbeeld aansprakelijk gesteld in het geval van een ongeluk? KLM’er Niels van Antwerpen promoveert donderdag (29 november) aan het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht (Universiteit Leiden) op dit onderwerp.
Aanleiding voor het promotieonderzoek van Van Antwerpen is het tragische ongeval dat in 2002 plaatsvond boven het Duitse Überlingen. Door een fout van de luchtverkeersleiding kwamen een Boeing 757 van DHL en een Russische Tupolev Tu-154 kwamen op elf kilometer hoogte met elkaar in botsing. Alle inzittenden van beide toestellen kwamen daarbij om het leven. Er was op dat moment sprake van grensoverschrijdende luchtverkeersdienstverlening door een Zwitserse dienstverlener in het Duitse luchtruim.
“Met het oog op de toekomstige Single European Sky onderstreept dit ongeluk de noodzaak om te komen tot transparante lijnen van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid”, meldt Van Antwerpen aan Luchtvaartnieuws.nl. Ook al werd het luchtruim gecontroleerd door de Zwitserse luchtverkeersleiding, de Duitse staat werd aansprakelijk gesteld. “De Duitse rechtbank verklaarde de schadeclaim van Bashkirian Airlines gegrond en oordeelde dat Duitsland moest opdraaien voor de schade.”
Van Antwerpen pleit ervoor de verantwoordelijkheid neer te leggen bij de toezichthouder op de luchtverkeersdienstverlener, in plaats van de staat in wiens luchtruim de dienstverlening wordt aangeboden. “Als de Single European Sky een feit is, zal er op veel grotere schaal sprake zijn van grensoverschrijdende luchtverkeersleiding dan nu het geval is. Het is belangrijk dat er afspraken komen over hoe de verantwoordelijkheid wordt verdeeld.”
Verslingerd
Daarnaast heeft Van Antwerpen op basis van rechtsvergelijkend onderzoek gekeken naar de mogelijkheid van een geharmoniseerd aansprakelijkheidsregime voor derde partijen op de grond. Ook heeft hij onderzocht of een contractueel aansprakelijkheidsregime kan worden vastgelegd tussen luchtvaartmaatschappijen en luchtverkeersdienstverleners.
Van Antwerpen is 4,5 jaar bezig geweest met zijn promotieonderzoek, vooral in de weekenden en tijdens vakanties. “Tijdens een postdoctorale studie aan het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht heb ik me destijds verdiept in het onderwerp. Toen besloot ik om er een proefschrift aan te wijden. Inmiddels ben ik aan het onderwerp verslingerd geraakt.”
In zijn functie op de afdeling Juridische Zaken van KLM houdt Van Antwerpen zich naast de algemene rechtspraktijk en contractuele vraagstukken met name bezig met vliegtuigfinancieringen, passagiersrechten en andere luchtrecht-gerelateerde zaken.
Aanleiding voor het promotieonderzoek van Van Antwerpen is het tragische ongeval dat in 2002 plaatsvond boven het Duitse Überlingen. Door een fout van de luchtverkeersleiding kwamen een Boeing 757 van DHL en een Russische Tupolev Tu-154 kwamen op elf kilometer hoogte met elkaar in botsing. Alle inzittenden van beide toestellen kwamen daarbij om het leven. Er was op dat moment sprake van grensoverschrijdende luchtverkeersdienstverlening door een Zwitserse dienstverlener in het Duitse luchtruim.
“Met het oog op de toekomstige Single European Sky onderstreept dit ongeluk de noodzaak om te komen tot transparante lijnen van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid”, meldt Van Antwerpen aan Luchtvaartnieuws.nl. Ook al werd het luchtruim gecontroleerd door de Zwitserse luchtverkeersleiding, de Duitse staat werd aansprakelijk gesteld. “De Duitse rechtbank verklaarde de schadeclaim van Bashkirian Airlines gegrond en oordeelde dat Duitsland moest opdraaien voor de schade.”
Van Antwerpen pleit ervoor de verantwoordelijkheid neer te leggen bij de toezichthouder op de luchtverkeersdienstverlener, in plaats van de staat in wiens luchtruim de dienstverlening wordt aangeboden. “Als de Single European Sky een feit is, zal er op veel grotere schaal sprake zijn van grensoverschrijdende luchtverkeersleiding dan nu het geval is. Het is belangrijk dat er afspraken komen over hoe de verantwoordelijkheid wordt verdeeld.”
Verslingerd
Daarnaast heeft Van Antwerpen op basis van rechtsvergelijkend onderzoek gekeken naar de mogelijkheid van een geharmoniseerd aansprakelijkheidsregime voor derde partijen op de grond. Ook heeft hij onderzocht of een contractueel aansprakelijkheidsregime kan worden vastgelegd tussen luchtvaartmaatschappijen en luchtverkeersdienstverleners.
Van Antwerpen is 4,5 jaar bezig geweest met zijn promotieonderzoek, vooral in de weekenden en tijdens vakanties. “Tijdens een postdoctorale studie aan het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht heb ik me destijds verdiept in het onderwerp. Toen besloot ik om er een proefschrift aan te wijden. Inmiddels ben ik aan het onderwerp verslingerd geraakt.”
In zijn functie op de afdeling Juridische Zaken van KLM houdt Van Antwerpen zich naast de algemene rechtspraktijk en contractuele vraagstukken met name bezig met vliegtuigfinancieringen, passagiersrechten en andere luchtrecht-gerelateerde zaken.