AMSTERDAM - Airbus heeft in de eerste helft van 2020 het aantal afgeleverde verkeersvliegtuigen zien halveren. Luchtvaartmaatschappijen hebben op grote schaal de levering van nieuwe toestellen op de lange baan geschoven. Dit leidde tot een verlies voor Airbus in het eerste halfjaar.
In totaal leverde de Europese vliegtuigbouwer 196 verkeersvliegtuigen af. Het ging daarbij om 11 A220’s, 157 A320’s, 5 A330’s en 23 A350’s. Eind juni stonden vanwege de coronacrisis 145 voltooide vliegtuigen te wachten op aflevering.
Airbus zag de totale omzet kelderen van bijna 31 miljard euro in de eerste helft van 2019 naar 19 miljard euro in de eerste helft van 2020.
Het nettoresultaat kwam uit op een verlies van 1,9 miljard euro, tegenover een winst van 1,2 miljard in de eerste helft van 2019. Het verlies is voornamelijk te wijten aan de afname van het aantal afgeleverde verkeersvliegtuigen.
Productie verlaagd
Vanwege de coronacrisis heeft Airbus de productie van commerciële vliegtuigen al in april naar beneden bijgesteld. Vanwege de huidige marktsituatie is de productie van de A350 tijdelijk verder verlaagd van zes naar vijf vliegtuigen per maand. De productie van de A220 wordt daarentegen weer snel op pre-coronaniveau gebracht.
Het totaalaantal nieuwe orders voor verkeersvliegtuigen kwam in het eerste halfjaar uit op 298, waarvan slechts 8 in het tweede kwartaal.
“We staan voor een moeilijke situatie met onzekerheid in het verschiet, maar met de beslissingen die we hebben genomen, denken we voldoende gepositioneerd te zijn om door deze uitdagende tijden in onze branche te navigeren", zegt Airbus-topman Guillaume Faury.
Ook concurrent Boeing is zwaar getroffen door de coronacrisis. De Amerikaanse vliegtuigbouwer, die ook kampt met de problemen met de 737 MAX, maakte woensdag bekend in de eerste helft van 2020 een nettoverlies van drie miljard dollar te hebben geleden.