PARIJS - De Braziliaanse vliegtuigbouwer Embraer viert rond deze tijd 25 jaar geleden voet aan wal te hebben gezet op Europese bodem. In 1983 vestigde het bedrijf zich als Embraer Aviation International (EAI) op de luchthaven Le Bourget in Parijs, van waaruit de markten Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) werden bediend. Het EMEA-gebied vormt na Noord-Amerika de grootste afzetmarkt van Embraer.
Het kantoor in Parijs was de tweede buitenlandse vestiging van Embraer, nadat het bedrijf in 1979 al een Amerikaanse dochter in het leven had geroepen. De Franse marine en Franse luchtmacht toonden zich de eerste klanten door 43 turbopropvliegtuigen van het type EMB 121 Xingu te bestellen.
Na 1986 scoorde Embraer in Europa met de EMB 120 Brasilia toestellen, gevolgd door de ERJ 135 en 145 straalvliegtuigen in de jaren negentig van de vorige eeuw. In 2004 werden LOT en Alitalia de eerste Europese klanten voor de nieuwe E-Jet familie, tweemotorige passagierstoestellen die tussen de 70 en 120 passagiers kunnen vervoeren.
Het kantoor in Parijs was de tweede buitenlandse vestiging van Embraer, nadat het bedrijf in 1979 al een Amerikaanse dochter in het leven had geroepen. De Franse marine en Franse luchtmacht toonden zich de eerste klanten door 43 turbopropvliegtuigen van het type EMB 121 Xingu te bestellen.
Na 1986 scoorde Embraer in Europa met de EMB 120 Brasilia toestellen, gevolgd door de ERJ 135 en 145 straalvliegtuigen in de jaren negentig van de vorige eeuw. In 2004 werden LOT en Alitalia de eerste Europese klanten voor de nieuwe E-Jet familie, tweemotorige passagierstoestellen die tussen de 70 en 120 passagiers kunnen vervoeren.