WASHINGTON – De fabricagefout bij General Electric van onderdelen met ijzerdeeltjes beperkt zich niet tot de CFM LEAP. Ook in compressorbladen van de GEnx, die in gebruik is op de Boeing 787 en 747-8, zijn sporen van ijzer aangetroffen. Dat kan gevolgen hebben voor de levensduur van de onderdelen, zo meldt de Amerikaanse luchtvaartdienst FAA.
De FAA kondigt vandaag op haar website aan met nieuwe voorschriften (Airworthiness Directive) te komen voor de vervanging van de betreffende onderdelen.
Het ijzer is gevonden in metalen compressorbladen en afdichtingen diep in de motor, nadat eerder ook al ijzer was gevonden in de High-Pressure Turbine stage 2 disk. GE Aerospace heeft ontdekt dat het ijzer in het ruwe materiaal (metaal in poedervorm) terecht is gekomen tijdens een filterproces, waarbij de filters van ijzer slijtage vertoonden. Door het ijzer kunnen de onderdelen in de motoren door corrosie worden aangetast en in het ergste geval afbreken, met schade aan de motor en vliegtuig tot gevolg.
GE Aerospace heeft eind januari al service bulletins uitgevaardigd voor de GEnx-1B voor de Boeing 787 en de -2B voor de 747-8, maar de FAA wil nu dus toch met een aparte AD komen. Die dwingt gebruikers om de compressor rotor spools en afdichtingen te vervangen. De FAA denkt dat het probleem zich beperkt tot slechts 13 motoren bij Amerikaanse gebruikers. Niet bekend is hoeveel motoren in andere landen het ook hebben. Op de 787's van KLM zitten ook GEnx-1B motoren.
Eind maart riep de FAA op tot inspecties van de CFM LEAP-1A voor de Airbus A320neo familie, nadat ook hier ijzerdeeltjes waren gevonden in delen van de hogedruk turbine, compressorbladen en afdichtingen. Ook dat zou in het ergste geval kunnen leiden tot het afbreken van onderdelen en een zogeheten ‘uncontained failure’.