TOULOUSE - Airbus raamt de komende twintig jaar de wereldwijde vraag naar nieuwe vliegtuigen (jets) op 29.220 stuks. Dit blijkt uit de Global Market Forecast die de Europese vliegtuigbouwer dinsdag heeft gepubliceerd. De schatting van Airbus is aanzienlijk lager dan die van concurrent Boeing die in juni voorspelde dat er tot 2033 in totaal 35.000 toestellen zullen worden afgezet.
Het verschil valt deels te verklaren uit de verwachte toename van het luchtverkeer tot 2033. Boeing gaat uit van vijf procent groei per jaar, Airbus houdt het op 4,7 procent. Een ander verschil is dat Boeing ook de afzet van kleinere (regionale) straalvliegtuigen meetelt, met minder dan negentig stoelen. Boeing schat de verkoop in dit segment tot 2033 op 2020 toestellen. Airbus legt de ondergrens bij vliegtuigen met honderd stoelen.
Very Large Aircraft
Ook de grootte van de toestellen die worden ingezet is van belang. Terwijl Boeing denkt dat de vraag naar Very Large Aircraft de komende twintig jaar niet meer dan 760 toestellen zal zijn, komt Airbus uit op een precies getal van 1334. Dat zijn 574 toestellen meer.
Beide fabrikanten lijken in hun analyses ‘naar zichzelf toe te rekenen’. Airbus domineert immers de markt voor het grootste type vliegtuigen, met de A380. De Boeing 747-8I is aanzienlijk kleiner en heeft bovendien in de passagiersversie bijna geen kopers gevonden. Boeing rekent er op dat luchtvaartmaatschappijen voor de long haul zullen kiezen voor de kleinere widebodies, zoals de Boeing 777 en de Dreamliner (Boeing 787).
3.200.000.000.000
De omzet die de vliegtuigfabrikanten de komende twintig jaar zullen genereren wordt door Airbus geschat op 3,2 biljoen euro (3.200.000.000.000). Boeing schat de omzet tot 2033 iets hoger, op 3,5 biljoen euro.
Volgens de berekening van Airbus betekent dit dat de huidige wereldvloot van 17.740 vliegtuigen in 2032 zal zijn verdubbeld - een deel van de nu gebruikte vliegtuigen wordt de komende twintig jaar afgedankt. Verreweg de meeste nieuwe toestellen, 28.350 stuks, zijn passagiersvliegtuigen, zegt Airbus.
Welke crisis?
In het rapport van Airbus is het woord ‘crisis’ niet te vinden: de vliegtuigbouwer rekent erop dat de economische malaise die met name Europa teistert, van tijdelijke aard is. “Economische groei, de groeiende middenklasse, betaalbaarheid, reiscomfort, verstedelijking, toerisme en migratie zijn enkele van de ontwikkelingsfactoren waardoor de reisbehoefte zal toenemen”, zegt Airbus.
“Verdere verstedelijking zal leiden tot een verdubbeling van het aantal megasteden van 42 vandaag naar 89 in 2032. 99 procent van de langeafstandsvluchten in de wereld zal tussen en via deze steden verlopen.”
Efficiency
Airbus verwacht dat de groei van het luchtverkeer gepaard zal gaan met de inzet van grotere vliegtuigen. “Luchtvaartmaatschappijen gaan voor grotere vliegtuigen of vragen een grotere versie van de nog te leveren toestellen. Grote vliegtuigen zoals de A380 met een aanzienlijke laadcapaciteit maken het efficiëntst gebruik van het beperkt aantal slots en bieden een oplossing voor het stijgend aantal passagiers zonder bijkomende vluchten in te lassen”, zegt Airbus in zijn analyse.
Het bedrijf verwijst naar Londen Heathrow, een zeer drukke luchthaven, die met zijn twee banen al jaren op de maximale capaciteit zit. Door de komst van onder meer de A380 is het aantal passagiers op Heathrow de afgelopen jaren toch gestegen, terwijl het aantal vliegbewegingen nauwelijks is toegenomen.
Boeing denkt echter dat andere grote luchthavens wel ruimte hebben om fysiek uit te breiden, waardoor de A380 op veel plaatsen niet nodig zou zijn.
Azië de grootste markt
Airbus en Boeing zijn het wel eens over de opkomst van Azië. Boeing voorzag eerder al een gouden toekomst voor het Verre Oosten en een grote afzetmarkt daar voor vliegtuigfabrikanten.
Airbus schrijft nu: “Tegen 2032 zal Azië-Pacific het drukste luchtruim zijn van de wereld en Europa en Noord-Amerika zijn gepasseerd. De regio zal 36 procent uitmaken van de vraag naar nieuwe passagiersvliegtuigen, gevolgd door Europa (20 procent) en Noord-Amerika (19 procent).”
Van onze redactie
