MADRID - Air Europa heeft haar vlootvereenvoudiging afgerond door vorige week afscheid te nemen van de laatste turboprop, een ATR 72 van Air Europa Express. Vrijdag vond de laatste vlucht plaats. De Spaanse maatschappij vliegt nu alleen nog met Boeing 787’s en 737’s.
Begin dit jaar werden al de laatste Embraer 195’s uitgezwaaid. De Airbus A330’s zijn langer weg: de laatste verdwenen aan het begin van de coronacrisis.
Door nu alleen nog met de Boeing 787 en 737 te vliegen, kan Air Europa naar eigen zeggen “meer mensen vervoeren met minder vluchten, wat resulteert in een grotere efficiëntie en een aanzienlijke vermindering van de uitstoot.”
De Spanjaarden vlogen het afgelopen decennium met in totaal achttien ATR-turboprops. Daarmee zijn meer dan 135.000 vluchten uitgevoerd en bijna zes miljoen passagiers vervoerd. De toestellen werden vooral op binnenlandse routes ingezet.
Turboprops worden steeds zeldzamer in Europa, omdat maatschappijen de voorkeur geven aan grotere en snellere straalvliegtuigen.
Air Europa wordt overgenomen door Iberia (of beter gezegd: moederbedrijf IAG), maar blijft behouden als apart merk.
Overigens is het nog wel mogelijk om ATR-vluchten bij Air Europa te boeken, zoals de route tussen Ibiza en Mallorca. Die vluchten worden echter uitgevoerd door partner Swiftair.