DEN HAAG - De Nederlandse overheidslening van drie miljoen dollar aan het op Sint Maarten gevestigde Winair is geen staatssteun. Dat schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen als antwoord op vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat.
Van Nieuwenhuizen kondigde eind 2020 aan een hypothecaire lening te zijn overeengekomen met Winair, dat door de coronacrisis in financiële problemen was geraakt. Nederland is voor 7,95 procent aandeelhouder in het bedrijf, dat onder andere vliegverbindingen naar Saba en Sint Eustatius verzorgt.
De lening moet volgens de bewindsvrouw gezien worden als een overbruggingskrediet, en is in lijn met de Europese regels. “Het verstrekken van de lening geschiedt tegen een marktconform tarief. Bovendien wordt het onderpand (het luchthavengebouw van Winair, red.) hoger getaxeerd dan de waarde van de lening.”
De commissie vroeg zich af of ook de Franse overheid geld heeft verstrekt aan Winair, aangezien Sint Maarten deels Frans eigendom is. Volgens de minister is dat niet het geval. “De hypothecaire lening aan Winair is verstrekt om het belang van de verbondenheid van de Nederlandse eilanden Saba en Sint Eustatius te borgen. Winair is op deze eilanden de enige aanbieder van een lijnverbinding voor personenvervoer. Een dergelijke afhankelijkheid van Winair kennen de Franse overzeese gebieden, collectiviteiten en regio’s niet. Vandaar dat de Fransen niet bijdragen aan deze lening.”
Van Nieuwenhuizen benadrukte in februari nog dat het overeind houden van Winair vitaal is, om de BES-eilanden met de buitenwereld verbonden te houden. Winair vervoert niet alleen zakenreizigers en toeristen, maar ook mensen die medische zorg nodig hebben.