Amerikaanse concurrenten Delta en United namen eerder al afscheid van propellervliegtuigen op regionale diensten.

Piedmont Airlines, een regionaal filiaal van American Airlines en vliegend onder de merknaam American Eagle, was de laatste die nog met turboprops vloog. Op 4 juli vloog een Dash 8-300 van Charlotte naar Salisbury in Maryland. Het betekende een afsluiting van een tijdperk, want Piedmont vloog sinds 1985 met de in Canada gebouwde toestellen.

In het verleden werden talloze regionale vluchten In de Verenigde Staten uitgevoerd met turbopropvliegtuigen als de Dash 8 en de Saab 340. De komst van regional jets als de Embraer ERJ-serie en de CRJ-serie van Bombardier in de jaren negentig luidden eigenlijk al het eind in van het turboproptijdperk. Veel passagiers prefereerden de snelle jets boven de langzame maar zuinige turboprops.

Niche-operators
Helemaal verdwijnen doen de propellervliegtuigen in de VS niet. Turboprops zijn in de VS nog in dienst bij Horizon Air, een filiaal van Alaska Airlines, dat met Q400’s vliegt. Ook bij niche-operators zijn de toestellen nog in trek. Empire Airlines vliegt op de Hawaii-eilanden met de ATR 42-500. Silver Airways uit Florida vliegt met Saab 340’s en heeft nieuwe ATR’s besteld.

In tegenstelling tot de VS zijn turbopropvliegtuigen in Europa nog in redelijke aantallen in dienst bij gerenommeerde maatschappijen, waaronder de (regionale filialen van) onder meer Air France, Lufthansa, SAS, Flybe, Iberia, Austrian Airlines en Aer Lingus. Ook niche-operators als VLM Airlines en SkyWork Airlines blijven de props trouw.