De luchthaven is daarmee Londen Heathrow voorbijgestreefd. Bij de Londense luchthaven blijft de teller steken op 4.680 wekelijkse directe vluchten. Op de derde plaats staat Frankfurt, gevolgd door Parijs Charles de Gaulle, Istanbul Atatürk, München, Madrid, Barcelona, Rome Fiumicino en Londen Gatwick.

Vooral ten opzichte van tien jaar geleden heeft Schiphol een flinke groeispurt gemaakt wat betreft directe connectiviteit. In 2007 stond de luchthaven op een zesde plaats, met 4.052 directe vluchten per week. Dat betekent een groei van twintig procent.

De betere directe connectiviteit is volgens ACI Europe deels te danken aan de groei van de hub connectiviteit dankzij KLM en SkyTeam-partners, maar ook de flinke groei van de low cost carriers in Amsterdam droeg daar aan bij. De lcc’s zijn goed voor 21 procent van de directe verbindingen op Schiphol. Op geen enkele andere grote Europese luchthaven ligt dat percentage zo hoog.

Concurrentiekracht
Schiphol-topman Jos Nijhuis is blij met het grote aantal directe verbindingen vanaf de luchthaven. “Met meer dan 320 bestemmingen die door 111 luchtvaartmaatschappijen worden aangevlogen, is het netwerk enorm, zeker voor een land als Nederland met een kleinere thuismarkt in vergelijking tot bijvoorbeeld Parijs.” En dat is volgens Nijhuis ook weer goed voor de concurrentiekracht en de economische groei van Nederland.

Qua hub connectiviteit is Schiphol de tweede luchthaven van Europa, achter Frankfurt. Parijs Charles de Gaulle, thuisbasis van Air France, is derde. In de top tien staan verder Istanbul Atatürk, Londen Heathrow, München, Moskou Sheremetyevo, Madrid, Zürich en Wenen.