DEN HAAG - Ministeries in Den Haag wisten drie dagen voor de ramp met vlucht MH17 dat het luchtruim boven Oekraïne niet veilig was. Een Nederlandse diplomaat woonde op 14 juli een briefing bij van de Oekraïense regering. Tijdens die bijeenkomst werd onder meer gesproken over het neerhalen van een Oekraïens militair vliegtuig boven het oosten van het land.
Dat antwoordt het kabinet op Kamervragen van D66 en CDA. De Nederlandse ambassade heeft de bijeenkomst destijds gerapporteerd ,,via de gebruikelijke kanalen''. Op de vraag of luchtvaartmaatschappijen ooit door de Nederlandse overheid zijn gewaarschuwd, antwoordt het kabinet met één woord: nee.
Het kabinet schrijft dat de bijeenkomst echter vooral draaide om de "Russische inmenging in het conflict''. Het neerhalen van het legertoestel was daar een voorbeeld van.
Drie dagen voor de crash met vlucht MH17 haalden pro-Russische separatisten een Oekraïense Antonov An-26 neer, waarbij twee militairen om het leven kwamen. Het toestel vloog op een hoogte van 6500 meter toen het werd geraakt. In juni werden al een Ilyushin Il-76 (49 doden) en een Antonov An-30 (5 doden) van de Oekraïense luchtmacht neergehaald.
(c) Reismedia / ANP