BUENOS AIRES - Vraag het de Argentijnen op straat, in de vele kathedralen en in kroegen: de meeste van hen willen 'justicia' - gerechtigheid als het gaat om de processen tegen militairen en burgers die waren verbonden met de militaire dictatuur tussen 1976 en 1983. En dat geldt ook voor de Nederlandse Argentijn Julio Poch, voormalige piloot van Transavia.
Poch moest woensdag met 67 anderen, allen verdacht van oorlogsmisdaden, voor de federale rechter in Buenos Aires verschijnen aan het begin van het zogeheten ESMA-proces. Weinigen zeggen bij voorbaat dat Poch schuldig is, maar er zijn ook weinigen die uitsluiten dat hij schuld heeft. Als er maar gerechtigheid komt.
ESMA is een marineschool in Buenos Aires, die tijdens de militaire dictatuur werd gebruikt als centrum om politieke gevangenen te martelen, te drogeren en dan te executeren door ze boven zee uit vliegtuigen te gooien. De nu 60-jarige Julio Poch was tussen 1969 en 1980 marinepiloot en heeft volgens de openbare aanklager meegedaan aan deze zogenoemde dodenvluchten. Poch, die een Nederlands (sinds 1995) en een Argentijns paspoort heeft, ontkent ten stelligste; zo zou hij nooit de transportvliegtuigen hebben bestuurd waarmee de dodenvluchten werden uitgevoerd. Zijn advocaten zullen dezer dagen vrijlating eisen.
Behalve Poch staan nog acht piloten terecht die ervan worden beschuldigd te hebben meegedaan aan de executievluchten. In Argentinië zijn na 1983 al verscheidene processen geweest tegen voormalige leden en ondersteuners van de toenmalige junta, maar dit is de eerste keer dat piloten terecht moeten staan. De Argentijnse justitie gaat daarmee een stap verder: niet alleen degenen die politieke gevangenen martelden en drogeerden worden aangeklaagd, ook degenen die 'bevelen' uitvoerden, zoals piloten. De openbare aanklager zegt bewijzen te hebben voor 789 moorden, gepleegd door de 68 verdachten. Poch wordt aangeklaagd voor 27 executies.
Collega’s
De zaak Poch begon in 2003 toen hij tijdens een diner met collega's van Transavia op het eiland Bali zat op te scheppen over de 'dodenvluchten', waarbij het leek alsof hij er zelf bij betrokken was geweest. Poch zou zich ook in lovende woorden hebben uitgelaten over de dictatuur van weleer. De uitlatingen van Poch werden daarna in kleine kring bij Transavia gedeeld, maar het bedrijf ondernam geen stappen. Pas in 2006 stapte een medewerker van Transavia naar de Nederlandse justitie. Twee jaar later vroeg Argentinië om uitlevering, maar aangezien Nederland en Argentinië geen verdrag hebben op dat gebied gebeurde er niets.
Maar Julio Poch werd in september 2009 alsnog opgepakt op de luchthaven van Valencia, nota bene vlak voordat hij zijn laatste vlucht als piloot zou maken vóór zijn pensioen. Spanje heeft wel een verdrag met Argentinië en leverde Poch in mei 2010 uit. Poch zei naderhand over het 'Bali-diner' dat hij in algemene termen over de dodenvluchten sprak en er niet zelf bij betrokken was geweest.
De bewijsvoering tegen Poch ging daarna als een achtbaan op en neer. Ex-collega's van Poch bij Transavia kwamen in 2010 met verklaringen die vóór Poch pleitten, in Argentinië zelf zijn weer getuigen die zich tegen hem hebben gekeerd. Het proces tegen Poch en de andere verdachten kan volgens bronnen bij de rechtbank nog wel twee jaar duren. In de tussentijd blijft Julio Poch vastzitten, tenzij aan het pleidooi van zijn advocaten om hem vrij te laten gehoor wordt gegeven.