De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat onderzoek doen naar het zogenoemde airproxen, situaties waarbij twee luchtvaartuigen met elkaar in botsing dreigen te komen. "Doel is om rode draden te vinden uit voorvallen rond airproxen en op basis daarvan lessen te trekken voor de toekomst", aldus de raad in een verklaring.
Het themaonderzoek richt zich op de kleine luchtvaart. In het onderzoek wil de raad kijken naar "gemeenschappelijke factoren bij het ontstaan van airproxen en naar de effectiviteit van bestaande maatregelen om het risico op airproxen te beperken".
In de Kwartaalrapportage Luchtvaart, die donderdag is gepresenteerd, staat dat vorig jaar naar negen gevallen ervan een onderzoek is gestart. Zo wordt ook een voorbeeld geschetst, dat plaatshad op 8 oktober bij vliegveld Midden-Zeeland. Nadat een Cesna parachutisten had gedropt, keerde het terug om te landen, net als een zweefvliegtuig vlakbij. De beide toestellen passeerden elkaar rakelings.
"Iedereen is gebaat bij heldere lessen rond airproxen voor de toekomst", aldus voorzitter Chris van Dam. "En hoe mooi zou het zijn als het aantal airproxen bij een volgend jaaroverzicht van onderzochte voorvallen in de luchtvaart een stuk lager ligt!"