DEN HAAG - De piloten van de op 25 februari nabij Schiphol neergestorte Boeing 737-800 van Turkish Airlines kregen in Nederlands luchtruim diverse keren waarschuwingssignalen te horen met betrekking tot de landingsconfiguratie. Dat blijkt uit een tussentijds rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De waarschuwingen werden afgegeven doordat de linker radiohoogtemeter ten onrechte doorgaf dat het toestel zich vlak boven de grond bevond.
De eerste keer dat de waarschuwing te horen was, vond plaats toen het toestel nog op grotere hoogte boven Flevoland vloog. Later tijdens de nadering was de geluidswaarschuwing nog enkele malen te horen. De oorzaak van de waarschuwingen en de reactie van de cockpitbemanning worden nader onderzocht, zo meldt de Onderzoeksraad.
Gashandels dicht
Toen het vliegtuig op ongeveer 770 voet vloog, werd door de cockpitbemanning een snelheid geselecteerd van 144 knopen. Het autothrottle system zou de door de cockpitbemanning geselecteerde snelheid van 144 knopen hebben moeten handhaven. De snelheid bleef echter afnemen, omdat het autothrottle system te vroeg in de zogeheten retard modus stond met de gashendels dicht. Omdat het automatic flight system het glijpad wilde blijven volgen, werd het hoogteroer door het systeem steeds verder getrimd en nam de neusstand van het vliegtuig steeds verder toe.
Op ongeveer 460 voet boven de grond werd het overtrekwaarschuwingssysteem geactiveerd. Uit de gegevens van de flight data recorder blijkt dat de gashendels onmiddellijk naar voren gingen maar vervolgens weer terug gingen naar de oorspronkelijke stand. Op het moment dat de gashendels weer dicht stonden, werd het autothrottle system uitgeschakeld. Er wordt nog onderzocht of dat automatisch gebeurde, of dat de cockpitbemanning dit handmatig heeft uitgevoerd.
Negatieve neusstand
Op een hoogte van 420 voet werd de automatische piloot door de cockpitbemanning uitgeschakeld en werd getracht het vliegtuig in de correcte vluchtstand terug te brengen. Op 310 voet werd een negatieve neusstand bereikt van 8° beneden de horizon. Vrijwel tegelijkertijd werden de gashendels maximaal naar voren gezet waarop het vliegtuig weer iets steeg en de neusstand van het toestel weer toenam.
Volgens de laatste op de ‘digital flight data recorder’ opgenomen gegevens was, op het moment de flight data recorder stopte, de stand van de neus van het vliegtuig 22° boven de horizon en de dwarshelling 10° naar links. Het toestel stortte neer op een akker op zo'n anderhalve kilometer van de Polderbaan (18R).
De Onderzoeksraad meldt dat het onderzoek van de opgenomen gegevens van negen voorgaande vluchten van het vliegtuig wordt voortgezet. Tijdens twee van die vluchten kwam ook hier het automatisch gashendel bedieningssysteem van de motoren als gevolg van het niet goed functioneren van de linker radiohoogtemeter in de retard modus en werden de gashendels veel te vroeg dichtgetrokken.
Klik voor het volledige Voorlopige Rapport.
Luchtvaartnieuws.nl heeft naar aanleiding van de vliegramp bij Schiphol een dossier opgesteld. Klik om het dossier te bekijken.
De eerste keer dat de waarschuwing te horen was, vond plaats toen het toestel nog op grotere hoogte boven Flevoland vloog. Later tijdens de nadering was de geluidswaarschuwing nog enkele malen te horen. De oorzaak van de waarschuwingen en de reactie van de cockpitbemanning worden nader onderzocht, zo meldt de Onderzoeksraad.
Gashandels dicht
Toen het vliegtuig op ongeveer 770 voet vloog, werd door de cockpitbemanning een snelheid geselecteerd van 144 knopen. Het autothrottle system zou de door de cockpitbemanning geselecteerde snelheid van 144 knopen hebben moeten handhaven. De snelheid bleef echter afnemen, omdat het autothrottle system te vroeg in de zogeheten retard modus stond met de gashendels dicht. Omdat het automatic flight system het glijpad wilde blijven volgen, werd het hoogteroer door het systeem steeds verder getrimd en nam de neusstand van het vliegtuig steeds verder toe.
Op ongeveer 460 voet boven de grond werd het overtrekwaarschuwingssysteem geactiveerd. Uit de gegevens van de flight data recorder blijkt dat de gashendels onmiddellijk naar voren gingen maar vervolgens weer terug gingen naar de oorspronkelijke stand. Op het moment dat de gashendels weer dicht stonden, werd het autothrottle system uitgeschakeld. Er wordt nog onderzocht of dat automatisch gebeurde, of dat de cockpitbemanning dit handmatig heeft uitgevoerd.
Negatieve neusstand
Op een hoogte van 420 voet werd de automatische piloot door de cockpitbemanning uitgeschakeld en werd getracht het vliegtuig in de correcte vluchtstand terug te brengen. Op 310 voet werd een negatieve neusstand bereikt van 8° beneden de horizon. Vrijwel tegelijkertijd werden de gashendels maximaal naar voren gezet waarop het vliegtuig weer iets steeg en de neusstand van het toestel weer toenam.
Volgens de laatste op de ‘digital flight data recorder’ opgenomen gegevens was, op het moment de flight data recorder stopte, de stand van de neus van het vliegtuig 22° boven de horizon en de dwarshelling 10° naar links. Het toestel stortte neer op een akker op zo'n anderhalve kilometer van de Polderbaan (18R).
De Onderzoeksraad meldt dat het onderzoek van de opgenomen gegevens van negen voorgaande vluchten van het vliegtuig wordt voortgezet. Tijdens twee van die vluchten kwam ook hier het automatisch gashendel bedieningssysteem van de motoren als gevolg van het niet goed functioneren van de linker radiohoogtemeter in de retard modus en werden de gashendels veel te vroeg dichtgetrokken.
Klik voor het volledige Voorlopige Rapport.
Luchtvaartnieuws.nl heeft naar aanleiding van de vliegramp bij Schiphol een dossier opgesteld. Klik om het dossier te bekijken.