SCHIPHOL - KLM moet mogelijk alsnog opdraaien voor een deel van de fikse naheffing die de Belastingdienst heeft neergelegd bij twee in Zwitserland woonachtige piloten. De vliegers vinden dat de luchtvaartmaatschappij zich geen goede werkgever toonde door hen niet te waarschuwen voor de verandering van een belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland in 2012. Het gerechtshof Amsterdam wees die klachten af, maar de hoogste rechter van Nederland vindt dat een nieuw oordeel over die zaak nodig is.
Voor de piloten maakt het uiteindelijke oordeel een groot verschil. De Belastingdienst eiste in 2017 en 2018 namelijk nog respectievelijk 1,1 miljoen euro en 600.000 euro aan achterstallige belastingen van hen. Dat geld zouden ze de schatkist verschuldigd zijn omdat ze na 2012 niet meer vrijgesteld waren van het betalen van inkomstenbelastingen in Nederland.
De piloten eisten daarop dat KLM zou opdraaien voor die kosten en verdere financiële schade. De luchtvaartmaatschappij zou haar plicht van goed werkgeverschap namelijk niet zijn nagekomen door niet te waarschuwen voor de wijziging aan het Zwitsers-Nederlandse verdrag. Dit terwijl het concern een grote afdeling heeft die over belastingzaken gaat.
De kantonrechter ging deels mee in die klachten en oordeelde dat KLM voor de helft van de kosten moet opdraaien. Maar in hoger beroep draaide het Hof die beslissing weer terug. Het zou voor de luchtvaartmaatschappij namelijk ondoenlijk zijn om voor alle in verschillende landen wonende werknemers, met ook allemaal andere privé-omstandigheden, de belastingregels bij te houden.
Maar de Hoge Raad twijfelt aan die lezing. Aan de ene kant is het zo dat werknemers zelf verantwoordelijk zijn voor het correct betalen van belastingen, maar in bepaalde gevallen moet ook de werkgever waarschuwen als er iets fout dreigt te gaan bij de belastingaangifte. Dat is vooral zo als de bewuste informatie ook van belang is bij het inhouden van loonbelastingen, waar werkgevers doorgaans verantwoordelijk moeten zijn. De Hoge Raad wil daarom dat het gerechtshof van Den Haag opnieuw naar de zaak kijkt en een beslissing neemt.
Het besluit komt niet geheel als een verrassing: begin deze zomer bleek al dat de advocaat-generaal in een advies aan de Hoge Raad oordeelde dat er sprake is van 'slecht werkgeverschap'.