AMSTELVEEN – De KLM heeft in november 2003 een hogere bezettingsgraad op haar toestellen weten te genereren dan in november 2002. Het aantal vervoerde passagiers bleef nagenoeg gelijk, maar door 5% minder stoelcapaciteit beschikbaar te stellen steeg de bezettingsgraad met 3,7% naar 78,8%.

Op vluchten naar Noord-Amerika steeg de bezettingsgraad met 7,4% naar 83,4%. Het aantal vervoerde passagiers daalde echter met 11%, terwijl de capaciteit met 19% werd verminderd. Deze capaciteitsreductie is ondermeer het gevolg van de versnelde uitfasering van de Boeing 747-300’s.

De routes naar het Midden-Oosten en Azië laten een groei van 5% zien in het aantal vervoerde passagiers, waar 5% minder capaciteit werd ingezet. Daardoor steeg de bezettingsgraad met 7,2% naar 74,6%.

Het verkeer naar Midden en Zuid-Amerika groeide met 8% met een vergroting van de capaciteit met 1%. De bezettingsgraad naar deze gebieden steeg met 5,1% naar 79,6%.

Ook het vrachtvervoer bleef vrijwel gelijk. De ingezette capaciteit was 2% lager dan vorig jaar, en de beladingsgraad steeg met 1,2% naar 76,6%. Vooral het vrachtvervoer naar Azië laat een sterke groei zien van 9%, waar de capaciteit met 6% omhoog ging. Daardoor steeg de beladingsgraad met 1,8% naar 90.6%.

Het vrachtverkeer naar Noord-Amerika daalde met 9%, wat mede wordt veroorzaakt door de uitfasering van de 747-300 Combi’s, die een aanzienlijke vrachtcapaciteit hadden. De capaciteit daalde met 11%, maar de beladingsgraad steeg met 1,9% naar 72,7%.