ALMELO - Er is nog geen provinciaal besluit genomen over de toekomst van de burgerluchtvaart in Twente na sluiting van de vliegbasis in 2007. Het voorstel van Gedeputeerde Staten (GS) om verder te praten over de burgerluchtvaart in Twente leidde tot een spervuur van vragen van de statencommissie Economie en Bestuur, zo meldt de provincie Overijssel.
Alle fracties vroegen GS om opheldering over de rol van de provincie, zo bleek woensdag bij de bespreking door de statencommissie Economie en Bestuur in het Almelose stadhuis. Er is veel kritiek op de terughoudende opstelling van het provinciebestuur, dat tot nu toe het initiatief aan de gemeente Enschede laat en zelf geen standpunt heeft ingenomen over de toekomst van burgerluchtvaart in Twente.
De commissieleden zien wel een rol voor de provincie in het organiseren van maatschappelijk draagvlak en het betrekken van andere gemeenten in de besluitvorming. Volgens het CDA is Enschede solistisch bezig, terwijl hier ook de belangen van omliggende gemeenten in het geding zijn. “De inwoners van Hengelo en Oldenzaal ondervinden meer geluidshinder dan de bewoners van Enschede”, zo wordt gesteld.
Veel discussie was er over de vraag of instemming met het voorstel van GS op 2 februari nu ook betekent dat de politiek instemt met behoud van de burgerluchtvaart in Twente. De Christenunie vreesde dat dit wel het geval was. VVD en CDA meenden dat het er nu om ging Gedeputeerde Staten de ruimte te geven verder te praten met de gemeenten, het Rijk en private partijen over de mogelijkheden en randvoorwaarden voor een voortzetting van Enschede Airport Twente.
Financiële bijdragen
Die randvoorwaarden moeten nog wel op een aantal punten aangescherpt worden, zo oordeelden CDA, PvdA, VVD, CU en GroenLinks. De commissie was unaniem van mening dat de provincie niet financieel moet bijdragen aan de exploitatie van een vliegveld. De PvdA ging nog een stap verder en wilde ook geen incidentele bijdragen.
De commissie drong aan op een onderzoek naar de geluidsbelasting. Gedeputeerde Rietkerk zegde dat onderzoek toe. Ook beloofde hij de kosten van de bodemvervuiling mee te nemen in de verdere onderhandelingen. GS wil verder ook een landschapsvisie ontwikkelen om de kwaliteit van het groen in het gebied te versterken.
Alle fracties vroegen GS om opheldering over de rol van de provincie, zo bleek woensdag bij de bespreking door de statencommissie Economie en Bestuur in het Almelose stadhuis. Er is veel kritiek op de terughoudende opstelling van het provinciebestuur, dat tot nu toe het initiatief aan de gemeente Enschede laat en zelf geen standpunt heeft ingenomen over de toekomst van burgerluchtvaart in Twente.
De commissieleden zien wel een rol voor de provincie in het organiseren van maatschappelijk draagvlak en het betrekken van andere gemeenten in de besluitvorming. Volgens het CDA is Enschede solistisch bezig, terwijl hier ook de belangen van omliggende gemeenten in het geding zijn. “De inwoners van Hengelo en Oldenzaal ondervinden meer geluidshinder dan de bewoners van Enschede”, zo wordt gesteld.
Veel discussie was er over de vraag of instemming met het voorstel van GS op 2 februari nu ook betekent dat de politiek instemt met behoud van de burgerluchtvaart in Twente. De Christenunie vreesde dat dit wel het geval was. VVD en CDA meenden dat het er nu om ging Gedeputeerde Staten de ruimte te geven verder te praten met de gemeenten, het Rijk en private partijen over de mogelijkheden en randvoorwaarden voor een voortzetting van Enschede Airport Twente.
Financiële bijdragen
Die randvoorwaarden moeten nog wel op een aantal punten aangescherpt worden, zo oordeelden CDA, PvdA, VVD, CU en GroenLinks. De commissie was unaniem van mening dat de provincie niet financieel moet bijdragen aan de exploitatie van een vliegveld. De PvdA ging nog een stap verder en wilde ook geen incidentele bijdragen.
De commissie drong aan op een onderzoek naar de geluidsbelasting. Gedeputeerde Rietkerk zegde dat onderzoek toe. Ook beloofde hij de kosten van de bodemvervuiling mee te nemen in de verdere onderhandelingen. GS wil verder ook een landschapsvisie ontwikkelen om de kwaliteit van het groen in het gebied te versterken.