DEN HAAG - De Tweede Kamer heeft geen goed inzicht in de kosten en inzetbaarheid van de F-16 en haar mogelijke opvolger, de F-35 (Joint Strike Fighter). Dat stelde de Algemene Rekenkamer dinsdag in haar jaarlijkse rapportage over de opvolging van de F-16. Volgens de Rekenkamer is het noodzakelijk een overzicht te krijgen omdat de regering zowel in de bestaande F-16 als in de toekomstige JSF investeert. Die verwevenheid van investeringen moet helder worden gemaakt aan de Tweede Kamer.
De JSF is de beoogde opvolger van de F-16 en geniet de voorkeur van Defensie. Het huidige kabinet heeft een beslissing over de aanschaf doorgeschoven naar een volgend kabinet. Er zijn wel twee testtoestellen gekocht. Ook is nog eens 800 miljoen dollar in de ontwikkeling van de JSF gestoken. In ruil daarvoor ontvangt het Nederlandse bedrijfsleven opdrachten.
Omdat de F-16 langer blijft vliegen, moet minister Hans Hillen van Defensie 300 miljoen euro extra in de F-16 stoppen. Volgens de Rekenkamer zijn daarin niet alle extra uitgaven meegenomen. Ook is onzeker of het bij die 300 miljoen blijft zolang niet duidelijk is wanneer de opvolger van de F-16 er komt. Ook heeft de minister volgens de Rekenkamer geen volledig beeld hoeveel geld de exploitatie van de F-16 jaarlijks gaat kosten.
De Rekenkamer constateert ook dat de Nederlandse ambities niet meer stroken met het aantal piloten en jachtvliegtuigen. Van de 87 F-16's worden er 19 afgestoten. Het aantal piloten voor het toestel is al teruggebracht naar 68. Om aan internationale missies deel te nemen, zijn volgens een berekening van de Rekenkamer 89 tot 98 Nederlandse F-16's nodig, afhankelijk van de aard en de duur.
De minister belooft "meer samenhang in de presentatie van de informatie'' aan de Kamer te brengen. Ook gaan "de Rekenkamer en Defensie nu samen kijken naar een manier om de Nederlandse informatie rond het JSF-project eenduidig te presenteren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen met een gemeenschappelijk webdossier'', aldus Hillen.
(c) ANP