De orkanen die het Caraïbisch gebied teisteren zorgen in ons land ook geregeld voor problemen. Ze mogen over de Atlantische oceaan dan aan kracht verliezen, als ze uiteen geslagen en soms meegetrokken door een hoge straalstroom over Ierland en Engeland aan komen waaien zorgen ze uiteindelijk ook in ons land vaak voor ellende.
Afhankelijk van de windrichting is er op Schiphol tijdens een storm wellicht maar een baan in gebruik voor landende vliegtuigen en dan het liefst een baan pal in de wind. Als je Schiphol nadert en de Buitenvelderbaan is in gebruik (die langs de McDonald’s) dan kan de passagier de borst nat maken voor een 'bumpy ride' tijdens het laatste stuk over het Amsterdamse Bos.
De kans is groot dat er op datzelfde moment achter de cockpitdeur een vlieger zit te grijnzen want dit is het moment dat hij/zij weer eens wordt uitgedaagd. Dit is waarvoor je traint, wanneer je echt de kost verdient. Niks leuker dan een potje stoeien en worstelen om dat toestel recht op koers en glijpad naar de baan te houden. Als de wind afwijkt of draait en niet meer recht op de neus komt dan wordt het nóg leuker, want dat vereist weer een andere techniek om te landen. Superbelangrijk is de controle van de snelheid, die vliegt door de windstoten op en neer. De automatische gashendels moeten dit corrigeren maar zijn zelden snel genoeg en ijlen na, dan is het beter deze af te zetten en de hendels met de hand te bedienen. Op dat moment wordt de werklading nog een stukje hoger. En de grijns misschien nog wel breder. Zat je tijdens de daling nog wat te gapen na een nacht over de oceaan of boven Afrika, op zulke momenten zit je als het ware op het hoekje van je stoel en doet de andrenaline wat ze moet doen, je scherp houden. Ondanks dat het zo'n groot log bakbeest is voel je elke hobbel en kuil, elk rukje naar links of rechts moet worden opgevangen.
Het heeft ook voordelen, zo'n herfststorm, want de snelheid over de grond gemeten is laag, dat komt door de tegenwind. Zo kan je op je dooie gemak een blik naar buiten werpen, je ziet de Arena, blik naar binnen, even instrumenten scannen, je kijkt weer naar buiten, nog steeds de Arena. Je gaapt wat, het schiet maar langzaam op. Je kijkt voor de zekerheid op de monitor van de cabine, de cabinebemanning zit. Werpt een blik naar buiten, nog steeds dat voetbalstadion! Je nadert de baan met de snelheid van een eenmotorig Cessnaatje (Let hier even op lezertjes, Cessna, met een C, en niet met een Ch, dus geen Tjesna, maar Sessna, het is geen Turkse C!). Eenmaal op de landingsbaan is de remweg zo kort door de lage naderingssnelheid, dat je rechtsaf zo door de drive thru van de McDonald’s kan, zonder al te veel ongemak voor de passagiers.
Het echte probleem komt wanneer je naar huis rijdt over die saaie snelwegen. Dan loopt de andrenaline eruit en schreeuwt je lijf om slaap. Wat dat betreft kunnen ze niet snel genoeg een autopiloot in elke auto installeren.
Let daarop als automobilist, als je een tevreden knikkebollend hoofd ziet achter het stuur, met goudgalon op de schouders, licht slingerend, met de snelheid van een bijziende grijsaard, dan weet je hoe laat het is; een jet jockey die uit de nachtploeg komt. Je kan twee dingen doen; toeteren, maar daar kleven risico’s aan (spastische spierreflexen), of hem snel inhalen. Dat kunstje boven het Amsterdamse bos of Velsen Zuid heeft 'm namelijk leeg getrokken. Alleen op zo’n slingermoment op de snelweg is een vlieger nog gevaarlijker dan ‘s avonds aan de bar.
Dat is het paradoxale van dit verhaal, autorijden is gevaarlijker dan vliegen en dus zijn wij scherp achter de knuppel en een beetje dommelig achter het stuurwiel. Dus let op de auto piloot zonder autopiloot.
Raar volk, die vliegers.
Herman Mateboer
[email protected]