De huidige coronacrisis trekt een zware wissel op de hele maatschappij. Vooral de luchtvaart krijgt een enorme klap. Mensen mogen en durven niet meer te vliegen, bang gemaakt door overheden die alsmaar doemscenario’s de wereld insturen. Zelfs lopen in de open lucht is een gevaar voor uw gezondheid, is de boodschap.
Maar er is meer aan de hand. Bij spoorwegen zal iedere trein gewoon het spoor volgen, er is geen andere mogelijkheid. In de luchtvaart ligt dat heel anders. Iedere maatschappij kan zijn vliegtuigen inzetten op de plek waarvan zij denkt dat er passagiers of vracht zijn te vervoeren.
Dat maakt investeren uiterst riskant, zeker voor de bestaande vliegmaatschappijen die al te maken hebben met hoge kosten van dure vliegtuigen, kantoren, hangaars en personeel, om nog niet te spreken van dure leningen.
De huidige crisis heeft vrijwel iedere vliegmaatschappij al maanden aan de grond gehouden, de verliezen van miljoenen per dag stapelen zich op. Een aantal maatschappijen is al failliet, een nog groter aantal maatschappijen zal het op termijn ook niet gaan redden.
Wat heeft dat tot gevolg? Peperdure vliegtuigen, sommige nog hagelnieuw, komen op de markt. De prijzen van deze toestellen zullen nog maar een fractie zijn van wat ze kort geleden nog waren.
Nieuwe maatschappijen grijpen hun kans, deze vliegtuigen worden opgekocht, goedkoop personeel overal voorhanden, piloten, technici en cabin crew zijn blij met iedere baan. Deze maatschappijen kunnen nu ver onder de prijs de markt op. Dit terwijl de gevestigde maatschappijen, zoals onder andere Air France-KLM en Lufthansa, miljarden geleend hebben, vaak tegen woekerrentes. Hun voortbestaan wordt zo zeer twijfelachtig, ze moeten ook gaan afslanken, nog meer vliegtuigen gaan in de verkoop.
Nieuwe maatschappijen zullen juist ook die vliegvelden opzoeken waar ze goedkoop kunnen opereren. Passagiers, op zoek naar de laagste prijs maken er graag een ommetje voor. Passagiersstromen gaan veranderen; wat eens een drukke hub was, is niet dat meer. Ook Schiphol loopt een groot risico zijn hubfunctie grotendeels te verliezen. Alleen vliegvelden met voldoende achterland, de zo geheten catchment area, zoals Franfurt, Londen en Parijs, zullen hun hubfunctie blijven behouden. Schiphol schiet daarbij tekort en gaat mogelijk een deel van zijn connecties verliezen.
Eigenaardig is dat in de luchtvaart nog maar weinig is geregeld ter bescherming van bestaande luchtverbindingen. Laten we dat eens vergelijken met een busdienst in een stad.
Veronderstel dat u een busdienst in een grote stad begint. Hoe komt u aan de passagiers? Simpel, rij naar een bestaande bushalte en pik ze op.
Wat gaat u voor een rit rekenen? Makkelijk, u rekent een kwart minder dan de bestaande busdienst. U voelt het al, dat wordt oorlog tussen de busdiensten in die stad en met de gemeente, die dat zeker niet zal toestaan, heel begrijpelijk. Daarom zijn er vergunningen voor busdiensten die dat reguleren.
Maar in de vliegerij kan dat wel: iedereen kan op ieder moment een airline beginnen en de passagiers oppikken op de bestaande vliegvelden. Er zijn een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen, wanneer dat is geregeld kan je van start gaan. Heel makkelijk kan je gebruik maken van de opgebouwde lijnen waar bestaande maatschappijen jaren aan gewerkt hebben. Vaak lange tijd met verlies.
Ontduik je dan ook op sluwe wijze de sociale premies, belastingen en arbeidscontracten, dan kan je eigelijk niets meer gebeuren, de voorbeelden kent u. Zit het een keer tegen, iedereen naar huis. Heb je extra mensen zoals vliegers nodig, laat je ze een duur contract tekenen voor de trainingskosten.
Dit kan natuurlijk zo niet langer en zeker niet meer in de huidige crisis tijd. Er moet een systeem komen waardoor niet iedereen zo maar een lijndienst kan gaan beginnen. Het is nu meer dan eens noodzakelijk dat er een vorm van bescherming komt, anders is de luchtvaart straks alleen maar voor de cowboys en de snelle winsten. Uiteindelijk is de passagier ook gediend met een solide, betrouwbare en veilige vliegmaatschappij.
Wat maatschappijen wel kunnen doen is om de vliegtuigmarkt niet te verstoren door hun teveel aan vliegtuigen te verkopen, maar om ze voorlopig te stallen of te slopen. Later kunnen ze de onderdelen zelf gebruiken of los verkopen.
Luchtvaart is een ongelooflijke geld- en arbeidsintensieve bedrijfstak. Daarom is een vorm van bescherming ook van groot belang, niet alleen voor de investeerders maar ook voor de werknemers en uiteindelijk ook voor de reizigers.
En nu zelfs ook voor de overheden die garant staan voor de miljardenleningen aan hun nationale carriers.
Paul Grove
[email protected]