Onlangs kwam Delta Airlines met het bericht dat het de 'frequent flyer' awards op een andere manier gaat verstrekken. Daarmee wordt een nieuwe trend ingezet en de verwachting is dat in navolging van Delta andere luchtvaartmaatschappijen soortgelijke aanpassingen zullen aankondigen.
In plaats van een systeem gebaseerd op gevlogen afstanden wordt vanaf 1 januari 2015 'verdiend' op basis van de prijs van het ticket. De aanhankelijkheid sluit immers op die manier beter aan bij het nieuwe gedrag van de reiziger. Je zou kunnen zeggen dat wereldwijd de reizigers prijsgevoeliger zijn geworden. Dat is inmiddels herkend en erkend door heel veel luchtvaartmaatschappijen.
De reputatie van 'low-cost' luchtvaartmaatschappijen is inmiddels zo sterk dat de traditionele maatschappijen daarvoor moeten buigen. Delta begrijpt ook dat zelfs in de groep van zakelijke reizigers de prijsgevoeligheid aan het toenemen is.
Luchtvaartmaatschappijen willen die groep niet graag kwijt. Zij leveren in het algemeen een redelijke compensatie voor de relatief lage opbrengst per passagierskilometer van 'economyclass' passagiers.
In de binnenlandse markt van de Verenigde Staten steunt een luchtvaartmaatschappij op grosso modo twee benen: de in toenemende mate prijsgevoeliger wordende economy-class passagiers en de in mindere mate prijsgevoelig zijnde business-class reizigers. Het is die laatste groep reizigers die in het nieuwe systeem het minst inlevert aan 'awards' bij Delta. Europese maatschappijen steunen in beginsel op drie benen. Omdat voor hen de intercontinentale markt relatief belangrijker is dan voor Amerikaanse ondernemingen, steunen zij ook op opbrengsten uit luchtvracht. Die markt heeft de afgelopen jaren veel aan aantrekkelijkheid ingeleverd, maar daarover zal ik later meer vertellen.
Prof. Dr. Hugo B. Roos
Emeritus hoogleraar
[email protected]