DUBAI - Na vliegtuigbouwer Boeing gaat ook Airbus zich bezighouden met de ontwikkeling van alternatieve vliegtuigbrandstof. Daarover heeft de Europese vliegtuigfabrikant donderdag (15 november) in Dubai een overeenkomst ondertekend met onder meer Rolls-Royce, Shell en Qatar Airways. Onderzocht wordt welke voordelen het gebruik van synthetische brandstoffen biedt voor vliegtuigmotoren.
Specifiek gaat het om een onderzoek naar de levensvatbaarheid van het gebruik van zogeheten Gas to Liquid (GTL). GTL-technologie verandert natuurlijk gas in vloeibare kerosine. Omdat de eigenschappen van GTL-kerosine vrijwel gelijk zijn aan conventionele vliegtuigbrandstof, zou het kunnen worden gebruikt voor de aandrijving van hedendaagse vliegtuigmotoren.
Tijdens het onderzoek zal worden gekeken in hoeverre er verbeteringen in luchtkwaliteit en vermindering van uitstoot van schadelijke stoffen kunnen worden gerealiseerd. Ook wordt gekeken of het gebruik van GTL operationele voordelen voor luchtvaartmaatschappijen oplevert. Hierbij wordt gedacht aan een groter vliegbereik, minder brandstofverbruik en een langere levensduur voor de motoren.
Momenteel wordt gewerkt aan GTL-vliegtuigbrandstoffen die voldoen aan internationale eisen voor het gebruik in de luchtvaartsector. Dit gebeurt onder toezicht van CAAFI, het Commercial Alternative Aviation Fuels Initiative. Hierbij zijn onder meer Airbus, Rolls-Royce en Shell aangesloten.
Algen
In eerste instantie zullen de synthetische brandstoffen worden vermengd met bestaande fossiele brandstoffen. Pas later zullen motoren volledig op GTL-brandstoffen werken. Naast Airbus, Rolls-Royce, Shell en Qatar Airways hebben ook Qatar Petroleum, Qatar Fuel Company (WOQOD) en Qatar Science and Technology Park de overeenkomst ondertekend.
Boeing kondigde onlangs aan samen met onder meer Air New Zealand en Rolls-Royce het gebruik van biobrandstof te gaan testen. Het gaat hierbij om brandstof die is vervaardigd uit algen. De eerste test met deze brandstof worden uitgevoerd met een 747-400, waarbij drie motoren op traditionele fossiele brandstof vliegen en één motor op algen.
Van onze redactie
Specifiek gaat het om een onderzoek naar de levensvatbaarheid van het gebruik van zogeheten Gas to Liquid (GTL). GTL-technologie verandert natuurlijk gas in vloeibare kerosine. Omdat de eigenschappen van GTL-kerosine vrijwel gelijk zijn aan conventionele vliegtuigbrandstof, zou het kunnen worden gebruikt voor de aandrijving van hedendaagse vliegtuigmotoren.
Tijdens het onderzoek zal worden gekeken in hoeverre er verbeteringen in luchtkwaliteit en vermindering van uitstoot van schadelijke stoffen kunnen worden gerealiseerd. Ook wordt gekeken of het gebruik van GTL operationele voordelen voor luchtvaartmaatschappijen oplevert. Hierbij wordt gedacht aan een groter vliegbereik, minder brandstofverbruik en een langere levensduur voor de motoren.
Momenteel wordt gewerkt aan GTL-vliegtuigbrandstoffen die voldoen aan internationale eisen voor het gebruik in de luchtvaartsector. Dit gebeurt onder toezicht van CAAFI, het Commercial Alternative Aviation Fuels Initiative. Hierbij zijn onder meer Airbus, Rolls-Royce en Shell aangesloten.
Algen
In eerste instantie zullen de synthetische brandstoffen worden vermengd met bestaande fossiele brandstoffen. Pas later zullen motoren volledig op GTL-brandstoffen werken. Naast Airbus, Rolls-Royce, Shell en Qatar Airways hebben ook Qatar Petroleum, Qatar Fuel Company (WOQOD) en Qatar Science and Technology Park de overeenkomst ondertekend.
Boeing kondigde onlangs aan samen met onder meer Air New Zealand en Rolls-Royce het gebruik van biobrandstof te gaan testen. Het gaat hierbij om brandstof die is vervaardigd uit algen. De eerste test met deze brandstof worden uitgevoerd met een 747-400, waarbij drie motoren op traditionele fossiele brandstof vliegen en één motor op algen.
Van onze redactie