De zogenoemde Airworthiness Directive (AD) geldt in elk geval voor 43 in de VS afgeleverde Dreamliners. Daarvan zijn er 28 in gebruik bij United Airlines en vijftien bij American Airlines.

In de regel worden zulke opdrachten ook direct overgenomen door luchtvaartautoriteiten buiten de VS. In totaal zijn er wereldwijd bij 29 maatschappijen 176 toestellen in gebruik die aangedreven worden door de motor in kwestie. Het betreft de GEnx-motor van het type 1B-PIP2. Dat is een licht aangepaste versie van de 1B-PIP1. De zorgen gelden vooralsnog niet voor de PIP1.

Maatschappijen krijgen van de FAA zeven dagen de tijd om de handboeken voor piloten aan te passen. Daarin moet extra aandacht worden besteed aan het voorkomen van gevaarlijke ijsvorming. Voor de technische aanpassing van de motoren, of het compleet vervangen van een PIP2 door een PIP1, heeft de FAA een termijn van 150 dagen ingesteld.

De FAA heeft berekend dat voor de aanpassing veertig manuren nodig zijn. De werkzaamheden bestaan uit het bijschaven van de motorgondel, om extra ruimte te creëren voor de motorbladen. Voor de aanpassing hoeft de motor niet van de vleugel te worden verwijderd.

Uitsluiten
De termijn voor 150 dagen geldt voor 787's waarvan beide motoren van het subtype PIP2 zijn. Daarmee wil de FAA uitsluiten dat bij een Dreamliner het probleem met de ijsvorming aan beide motoren optreedt. Overigens zijn luchtvaartmaatschappijen begin april al op de hoogte gebracht. Een deel van de motoren is inmiddels aangepast.

De maatregel is een gevolg van een incident eind januari van dit jaar. Toen raakte tijdens een vlucht van Japan Airlines een van de twee 787-motoren zwaar beschadigd. Het toestel landde veilig op één motor op Tokyo Narita Airport. De motor die bleef werken was van de PIP1-variant.