De maatschappij, die zo’n achthonderd werknemers in dienst heeft, verkeerde al vóór de coronacrisis in geldnood. Volgens de autoriteiten zorgt de financiële situatie van het bedrijf er inmiddels voor dat het niet meer op een “veilige, bevredigende en betrouwbare manier” kan vliegen. Wel mag de maatschappij repatriërings- en humanitaire vluchten blijven uitvoeren.

De intrekking van de vlieglicentie lijkt de doodsteek voor de nationale maatschappij van het Afrikaanse land. Het bedrijf wordt al geruime tijd overeind gehouden door de Namibische overheid. Volgens Reuters zou Air Namibia meer dan vierhonderd miljoen euro nodig hebben om de coronacrisis te overleven, maar het bedrijf ontving de afgelopen maand slechts een tiende daarvan.

Bovendien is Namibië niet meer bereid om geld in de noodlijdende maatschappij te steken. Vorige maand stelde de president van het land dat de ondergang van het bedrijf een serieuze optie is. “Als dat de oplossing is, dan moeten we dat doen. Het bedrijf levert geen winst op, maar wordt alleen maar gered.”

Air Namiba krijgt tot woensdag 22 juli de kans om te bewijzen dat het voldoende financiering heeft ontvangen voor de vlieglicentie, meldt het ministerie van Transport. Voldoet het bedrijf niet aan de eisen, dan is het de vlieglicentie voorgoed kwijt en lijkt er een einde te komen aan de maatschappij.