Nederland moet voor het krimpplan een zogeheten Balanced Approach-procedure volgen van de EU, waarbij belanghebbenden kunnen reageren en met alternatieven kunnen komen. De Canadese overheid heeft van die mogelijkheid gebruikgemaakt. In een vier pagina’s tellend document zijn de Canadezen opvallend fel. In diplomatiek taalgebruik laat de regering weten dat er weinig van de procedure deugt en dat de Nederlandse overheid niet oprecht geïnteresseerd is in alternatieven.

“De Canadese regering is een groot voorstander van internationale klimaatdoelstellingen”, en “snapt de uitdagingen” van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, maar “maakt zich zorgen dat het proces (om Schiphol te laten krimpen, red.) niet voldoet aan de vastgestelde EU-regelgeving.” Ook vreest de regering dat het krimpplan van het ministerie “negatieve gevolgen heeft voor Canadese luchtvaartmaatschappijen”. Vanuit Canada vliegen Air Canada en Air Transat op Schiphol.

Vervolgens fileert de Canadese overheid de gevolgde procedure. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zou helemaal niet geïnteresseerd zijn in alternatieven die hetzelfde bereiken op het gebied van geluids- en emissiereductie. Krimp naar 440.000 vluchten zou niet slechts een middel zijn, maar lijkt het doel geworden, en “dienovereenkomstig lijkt het ministerie opties te hebben gepresenteerd die in wezen de uitkomst van de Balanced Approach-beoordeling vooraf bepalen.”

“Bovendien is Canada van mening dat de consultatieperiode van drie maanden niet voldoende tijd geeft aan geïnteresseerde partijen om hun eigen onafhankelijke analyses uit te voeren [...] Daarom kan Canada geen input leveren over de opties die op dit moment worden gepresenteerd.” Volgens de Canadese overheid zou het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat er impliciet maar onterecht van uitgaan dat belanghebbenden akkoord zijn met de aanpak die ze heeft gekozen.

Vanwege al deze bezwaren en zorgen vindt Canada dat het consultatieproces van de Balanced Approach-procedure gepauzeerd moet worden. Ook wordt het Nederlandse ministerie “respectvol” gevraagd om “de stappen te volgen die uiteengezet zijn in EU-verordening 598/2014 en ICAO-richtlijnen en om de verplichtingen in het luchtvaartverdrag tussen de EU en Canada te respecteren.”