De KLM-vlucht die in het kader van de Aviation Challenge werd uitgevoerd ging van Schiphol naar Valencia. Zowel op de grond als aan boord werden manieren getest om het proces zo duurzaam mogelijk te laten verlopen.

De vlucht werd uitgevoerd met een zuinige Embraer 195-E2. Die vloog deels op SAF, en werd zoveel mogelijk met elektrisch aangedreven materieel op de grond afgehandeld.

Reizigers die bij het boeken een financiële bijdrage voor de inkoop van SAF hadden aangevinkt mochten eerder dan de rest aan boord. Bovendien konden ze vooraf een Dopper-flesje vullen met water, waardoor er minder flesjes met water als onderdeel van de catering mee hoefde te worden genomen.

Aan boord zorgden andere maatregelen voor een lager gewicht. Zo werd de wijn meegenomen in zogeheten ‘wine tubes’ in plaats van glazen flessen, ging er geen porseleinen servies mee en waren de bekertjes in Business gemaakt van gerecycled landbouwafval. Een inflight magazine was er aan boord even niet: de Holland Herald kon via WiFi digitaal worden gelezen.

Het cabinepersoneel zorgde er via speciale trolleys voor dat restafval gescheiden werd opgehaald. Zij gingen overigens gekleed in uniformen gemaakt van een duurzamere stof, en droegen sneakers van Filling Pieces.

De cockpitbemanning gebruikte na de start de zogeheten OptiClimb-procedure, waarbij ze werden geadviseerd over de meest efficiënte klimsnelheid. Die is afhankelijk van het gewicht, weersomstandigheden, type vliegtuig en route en leidt tot een brandstofbesparing van één procent.