Spohr, die naast CEO bij Lufthansa ook voorzitter is van samenwerkingsverband Airlines For Europe (A4U) stelde dinsdag in Brussel dat de wachtrijen in de zomermaanden buitensporig lang waren. Schiphol, Frankfurt en andere grote luchthavens kampten met wachttijden van één tot soms wel vier uur. “Dat is aan de passagier niet uit te leggen.”

Volgens Spohr wordt er veel te weinig geïnvesteerd in mankracht en machines. “We bouwen in Europa nota bene de apparatuur die zorgt voor automatische grenspassage, maar we gebruiken die nauwelijks. Daarnaast is er blijkbaar een tekort aan personeel. En het personeel dát er is mag wel eens op een klantvriendelijkheidscursus.”

De topman maakt zich boos omdat volgens hem de reiservaring al op de luchthaven begint. “Passagiers zien niet dat de airlines niets aan die wachtrijen kunnen doen, maar uiten er wél hun klachten.”

Niet alleen de passagiersgroei in Europa maar ook terreurdreiging en aangescherpte eisen vanuit de VS zorgen voor intensievere controles. De kosten daarvan, zo’n 600 miljoen euro per jaar, komen grotendeels op het bordje van de luchtvaartsector. “En dus bij de passagier. Opvallend, want de overheid betaalt die kosten wél voor de beveiliging van bijvoorbeeld treinstations en grote evenementen. Maar wij moeten zelf opdraaien voor de kosten en die doorberekenen aan de passagier”, stelt Spohr.

Hij roept daarom de EU op om gezamenlijk te investeren in beveiliging. “En we moeten ons niet zo laten betuttelen door de VS, die wel eisen aan óns stelt maar andersom slecht luistert.”