BRUSSEL - Een Europees plan om accijns op vliegtuigbrandstof te heffen ten behoeve van ontwikkelingshulp aan de derde wereld, leidt tot weerstand in de luchtvaartwereld. De Europese ministers van Financiën komen donderdag bij elkaar om hierover te overleggen. Luchtvaartorganisaties als AEA en IACA zien helemaal niets in het plan, en vrezen grote financiële gevolgen.
“Natuurlijk moedigen we humanitaire initiatieven aan, maar waarom worden luchtvaartmaatschappijen hiervan de dupe?”, vraagt Ulrich Schulte-Strathaus, secretaris-generaal van de Association of European Airlines (AEA) zich af. “Onze bedrijfstak zit midden in een fundamentele crisis. Onze leden zetten werknemers op straat en snijden in hun diensten om de lage tarieven te bieden waar de consument om vraagt, en worden nu opnieuw geconfronteerd met een maatregel waardoor de kosten toenemen.”
Ook vreest de AEA de administratieve rompslomp. Schulte-Strathaus: “Tickets worden wereldwijd verkocht, dus dezelfde reis kan worden gekocht in Frankrijk, Duitsland, of in een land als de Verenigde Staten, waar de tax niet geldt. Ook kan de reis via internet verkocht worden; welk belastingregime is dan van toepassing?”
De IACA, de internationale organisatie van vakantievliegers, vindt het plan onacceptabel. Sylviane Lust, directeur-generaal van de IACA, erkent dat de luchtvaartindustrie momenteel nog niet belast wordt, maar volgens haar is het de enige vorm van transport die de beschikbare infrastructuur op de grond en in de lucht volledig financiert.
“De Europese maatschappijen overleven met kleine winstmarges. De taksplannen zouden de concurrentiepositie van de EU-maatschappijen verder bedreigen, en de rol van luchtvaartmaatschappijen als katalysator van de economische groei hinderen", stelt ze. Er wordt door de Europese milieubewegingen en linkse partijen al geruime tijd gepleit voor het belasten van vliegtuigbrandstof en vliegtickets, tot op heden zonder resultaat.
“Natuurlijk moedigen we humanitaire initiatieven aan, maar waarom worden luchtvaartmaatschappijen hiervan de dupe?”, vraagt Ulrich Schulte-Strathaus, secretaris-generaal van de Association of European Airlines (AEA) zich af. “Onze bedrijfstak zit midden in een fundamentele crisis. Onze leden zetten werknemers op straat en snijden in hun diensten om de lage tarieven te bieden waar de consument om vraagt, en worden nu opnieuw geconfronteerd met een maatregel waardoor de kosten toenemen.”
Ook vreest de AEA de administratieve rompslomp. Schulte-Strathaus: “Tickets worden wereldwijd verkocht, dus dezelfde reis kan worden gekocht in Frankrijk, Duitsland, of in een land als de Verenigde Staten, waar de tax niet geldt. Ook kan de reis via internet verkocht worden; welk belastingregime is dan van toepassing?”
De IACA, de internationale organisatie van vakantievliegers, vindt het plan onacceptabel. Sylviane Lust, directeur-generaal van de IACA, erkent dat de luchtvaartindustrie momenteel nog niet belast wordt, maar volgens haar is het de enige vorm van transport die de beschikbare infrastructuur op de grond en in de lucht volledig financiert.
“De Europese maatschappijen overleven met kleine winstmarges. De taksplannen zouden de concurrentiepositie van de EU-maatschappijen verder bedreigen, en de rol van luchtvaartmaatschappijen als katalysator van de economische groei hinderen", stelt ze. Er wordt door de Europese milieubewegingen en linkse partijen al geruime tijd gepleit voor het belasten van vliegtuigbrandstof en vliegtickets, tot op heden zonder resultaat.