TEL AVIV - Buitenlandse luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van de luchthaven Ben-Gurion van Tel Aviv eisen een schadevergoeding. Dinsdagochtend bleek de vliegtuigbrandstof op de luchthaven vervuild te zijn, waardoor vliegtuigen met vertraging vertrokken en er ongeplande tankstops moesten worden gemaakt. “We eisen compensatie”, aldus de voorzitter van de organisatie van buitenlandse airlines in Haaretz.

Voorzitter Avi Friedman, tevens directeur van Continental Airlines in Israël, is woest. “Het is een schandaal dat in Israël in 2005 er ineens allerlei vreemde elementen in vliegtuigbrandstof worden gevonden. Hiervan waren duizenden passagiers de dupe, en de maatschappijen liepen financiele schade op.” Volgens Haaretz zijn de maatschappijen erg laat op de hoogte gesteld van de vervuilde brandstof.

Continental vloog haar toestellen noodgedwongen over naar de militaire basis Ovda in de Negev, waar schone brandstof werd getankt. Maar omdat een volle Boeing 777 niet rechtstreeks vanaf deze korte baan naar Newark kan vliegen, was een extra tankstop in Londen noodzakelijk, aldus Haaretz. Volgens Friedman is de schade door de vertragingen, tankstops en de overuren van het personeel flink opgelopen.

In de loop van dinsdagochtend is de situatie genormaliseerd. De Israëlische regering is een onderzoek gestart om de oorzaak van het incident te achterhalen. Vermoedelijk worden op 31 mei de voorlopige resultaten gepresenteerd.