SCHIPHOL - Het incident waarbij een Embraer 170 en een Boeing 737 elkaar in december bij Schiphol te dicht naderden is te wijten aan een verkeerd ingestelde hoogtemeter. Dat blijkt uit onderzoek van LVNL. Daarnaast reageerde de bemanning van de Embraer niet correct op aanwijzingen.
Het incident vond op 11 december 2017 plaats. De Embraer 170 vertrok vanaf de Buitenveldertbaan richting het oosten, terwijl een Boeing 737 vanuit het noordoosten op de Aalsmeerbaan aanvloog.
De luchtverkeersleiding bemerkte dat de Embraer te hoog vloog. Beide toestellen kregen een TCAS-melding (Traffic (Alert and) Collision Avoidance System), waardoor de Boeing hoogte won en de Embraer met een hoogteverschil van driehonderd meter passeerde.
Zowel Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) als de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) stelden een onderzoek in naar het als ‘ernstig’ geclassificeerde voorval, aangezien de minimale normen werden overschreden.
Naar nu blijkt was de luchtdruk ten tijde van het voorval laag. De bemanning van de Embraer had de hoogtemeter mede daardoor niet op de juiste wijze ingesteld en schakelde na het opstijgen niet over naar de juiste instelling, mogelijk vanwege hoge werkdruk in verband met turbulentie. Daarnaast reageerden de piloten niet tijdig op de aanwijzingen van het TCAS-systeem, dat hen opdracht gaf om onmiddellijk te dalen, waar de Boeing-bemanning wel meteen ingreep door te klimmen.
De betrokken luchtvaartmaatschappij van het vertrekkende toestel heeft maatregelen getroffen omtrent het instellen van de juiste luchtdruk voor de hoogtemeter en het handelen bij een TCAS-melding.
LVNL en de OVV hebben niet bekendgemaakt welke luchtvaartmaatschappijen bij het incident betrokken waren.