Vliegtuigen KLM en Garuda te dichtbij, maar geen bijna-ramp

27 mei 2013 - 12:02

DEN HAAG - Een Boeing 737 van KLM en een Airbus A330 van Garuda Indonesia die eind vorig jaar parallel aan elkaar wilden landen op Schiphol, kwamen te dicht bij elkaar. Dat kwam doordat de luchtverkeersleider op eigen initiatief een toestel op een lagere route liet aanvliegen. Maar volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid was geen sprake van een bijna-botsing en leidde het incident niet direct tot onveilige situaties.

De parallel aan elkaar gelegen Zwanenburgbaan (18C) en Polderbaan (18R) waren op 13 november als landingsbanen in gebruik. De Boeing 737-800 van KLM (naderend uit het westen) en de Airbus A330-200 van Garuda draaiden op dezelfde hoogte in voor de eindnadering, de Boeing naar 18R en de Airbus naar 18C. De onderlinge afstand tussen de twee vliegtuigen kwam hierbij onder het voorgeschreven minimum.

Vanwege de ligging van beide banen moet de onderlinge verticale afstand tussen de vliegtuigen minimaal duizend voet zijn. De luchtverkeersleiding liet op 13 november het Garuda-vliegtuig een eindnadering op tweeduizend voet inzetten in plaats van op de gebruikelijke drieduizend voet. Het KLM-vliegtuig vloog eveneens op tweeduizend voet.

De verkeersleiding was van deze hoogte afgeweken omdat er tijdelijk geen verkeersaanbod was voor de Polderbaan. Op het moment dat er weer vliegtuigen op de Polderbaan gingen landen had het verkeer voor de Zwanenburgbaan naar een hoogte van minimaal drieduizend voet moeten worden gebracht, maar dat is volgens de Onderzoeksraad niet gebeurd.

Vliegtuigen moeten zowel horizontaal als verticaal afstand van elkaar bewaren. De minimale afstand tussen beide toestellen was uiteindelijk 1,1 kilometer. Nog voordat er daadwerkelijk gevaar ontstaat, krijgt de bemanning diverse waarschuwingen via het TCAS-systeem, maar daarvan was in dit geval geen sprake. Wel laat het incident op 13 november volgens de Onderzoeksraad zien dat het loslaten van de aanvliegroutes op eigen initiatief van de luchtverkeersleiding veiligheidsrisico's oplevert.

Voorwaarden
De Raad vindt dat het zelfstandig en onafhankelijk handelen door luchtverkeersleiders alleen op een veilige manier kan plaatsvinden als de kaders hiervoor duidelijk zijn aangegeven. Aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) wordt aangeraden om binnen haar veiligheidsprogramma aandacht te schenken aan de voorwaarden voor het afwijken van de voorgeschreven werkwijze bij parallel baangebruik.

Luchtverkeersleiders moeten volgens de Raad zich ervan bewust zijn dat zij hun operaties niet meer onafhankelijk van elkaar kunnen uitvoeren maar op elkaar zijn aangewezen wanneer wordt afgeweken van procedures en voorschriften. Daarvoor moeten afspraken over onderlinge coördinatie en communicatie worden gemaakt bij het hervatten van onafhankelijke parellelle naderingen, zo luidt het advies.

Lees hier het rappport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
  
(c) Reismedia / ANP


Belangrijk nieuws: Nieuwe websites

U maakt waarschijnlijk veel gebruik van deze website; dat is geweldig!  De websites Luchtvaartnieuws en Zakenreisnieuws worden in de loop van 2024 vernieuwd. Wij zijn erop gebrand meer nieuws te bieden en daarnaast uw gebruikerservaring met deze nieuwe websites te maximaliseren!

Wij zijn een fundraising gestart en vragen u om een kleine gunst om ons te helpen de best denkbare websites te bouwen. Doneer bijvoorbeeld eenmalig €15 als begunstiger. En/of neem een voordelig abonnement.

 

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen