Deze zomer presenteerde de coalitiepartij een algemene visie op de luchtvaart vanuit een zogeheten christelijk-sociaal perspectief. “De kern van ons denken is dat mobiliteit in zichzelf iets goeds is, maar je hebt daar goede en minder goede vormen van”, licht Bruins toe.

Hij illustreert dat met twee voorbeelden: “Het is natuurlijk goed dat een Nederlands bedrijf zijn spullen kan exporteren per vliegtuig. Maar is het per se nodig dat tweeverdieners vijf keer per jaar op vakantie gaan naar Ibiza?”

Volgens Bruins zijn er “bepaalde soorten luchtvaart” waarvan de ChristenUnie het niet erg vindt als het krimpt of via luchthavens in het buitenland plaatsvindt. “Al dat vakantieverkeer is leuk voor je hedonistisch genot, maar draagt het daadwerkelijk bij aan de economische verdiencapaciteit van Nederland? Dat is erg twijfelachtig”, vindt het Kamerlid.

Vakantievluchten zorgen tegelijkertijd wel voor werkgelegenheid en dragen volop bij aan de economie, met name in het voor ons zo belangrijke Zuid-Europa. Bruins onderkent dat deels. “Als je het macro-economisch bekijkt, inderdaad. En toerisme is belangrijk in Zuid-Europa. Maar dat was het ook al toen ik bij mijn ouders achterin de Simca 1100 zat, waarmee we volgeladen met bagage en een teckel over de Gotthardpas klommen.”

Zolang vliegtuigen op kerosine vliegen en luchtvaart niet onder het Klimaatakkoord van Parijs valt, kan verdere groei van bewegingen wat de ChristenUnie betreft alleen plaatsvinden wanneer dat gepaard gaat met minder uitstoot en minder hinder. Omdat innovatie niet snel gaat zijn daarom volgens Bruins andere maatregelen nodig.

Eerlijke beprijzing
“Als ChristenUnie vinden wij dat er eerlijke beprijzing moet zijn waarbij de milieulast over de hele linie wordt verdeeld. Onderzoekers hebben doorgerekend dat met eerlijke beprijzing, dus met CO2-toeslagen, accijns en btw, tickets fors duurder worden, gemiddeld zo’n 150 tot 200 euro. Dat is niet onredelijk als je ziet hoe bizar goedkoop vliegen nu is.”

Bruins ziet niets in verduurzaming van de luchtvaart door het gebruik van biobrandstof (“daarvan gaat de hinder niet omlaag”) en elektrisch aangedreven vliegtuigen. Het gebruik van synthetische brandstof is volgens hem daarentegen wel veelbelovend, hoewel er nog sprake is van een opschalingsprobleem.

“Ik denk dat we hard moeten inzetten om te kijken of dat een realistische optie is voor de toekomstige ontwikkeling van de luchtvaart. Opschalen kan zomaar exponentieel gaan, net als met de productie van computerchips en batterijen gebeurde.”

Lees het volledige artikel in de september-editie van Luchtvaartnieuws Magazine. Bestel een los exemplaar of neem een voordelig abonnement.