DEN HAAG - De gezondheidsklachten die betrokkenen na de Bijlmerramp in 1992 hebben opgelopen zijn niet het gevolg van giftige stoffen. Dat wordt bevestigd in het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer (MOVB), dat minister Hoogervorst (volksgezondheid) woensdag (8 december) naar de Tweede kamer stuurde, zo meldt het ministerie van VWS.
Uit de onderzoeken blijkt dat de klachtenpatronen niet specifiek aan de Bijlmerramp toe te schrijven zijn. Uit eerdere resultaten van het MOVB blijkt dat een deel van de betrokken hulpverleners meer klachten heeft dan de niet-betrokkenen. Dit verschil kon niet worden aangetoond in laboratoriumonderzoek in bloed, speeksel en urine van de betrokkenen en de niet-betrokkenen.
Hulpverleners die in het onderzoek zijn betrokken zijn brandweer- en politiemedewerkers die op de plek van de ramp hebben gewerkt. Daarnaast gaat het om KLM-medewerkers die in de buurt zijn geweest van wrakstukken van de verongelukte Boeing 747-200F van El Al, die opgeslagen waren in hangar 8 op Schiphol.
De opdrachtgevers van het MOVB zijn het ministerie van VWS, de gemeente Amsterdam, Politie Amsterdam-Amstelland en KLM NV.
Uit de onderzoeken blijkt dat de klachtenpatronen niet specifiek aan de Bijlmerramp toe te schrijven zijn. Uit eerdere resultaten van het MOVB blijkt dat een deel van de betrokken hulpverleners meer klachten heeft dan de niet-betrokkenen. Dit verschil kon niet worden aangetoond in laboratoriumonderzoek in bloed, speeksel en urine van de betrokkenen en de niet-betrokkenen.
Hulpverleners die in het onderzoek zijn betrokken zijn brandweer- en politiemedewerkers die op de plek van de ramp hebben gewerkt. Daarnaast gaat het om KLM-medewerkers die in de buurt zijn geweest van wrakstukken van de verongelukte Boeing 747-200F van El Al, die opgeslagen waren in hangar 8 op Schiphol.
De opdrachtgevers van het MOVB zijn het ministerie van VWS, de gemeente Amsterdam, Politie Amsterdam-Amstelland en KLM NV.