
SCHIPHOL - Van alle binnenkomende capaciteit naar Nederland, gemeten in vliegtuigstoelen, wordt dit jaar 31,6 procent gevlogen door budgetmaatschappijen. Dat is lager dan in veel andere Europese landen, en ook lager dan het wereldwijde gemiddelde.
Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Mabrian. Uit een analyse van dat bureau is gebleken dat wereldwijd 36 procent van de capaciteit geboden wordt door prijsvechters. Dat in Nederland het aandeel lager is, komt voornamelijk door de dominante positie van KLM op Schiphol.
Het onderzoeksbureau onderzocht de vluchtschema’s van 698 luchtvaartmaatschappijen. Mabrian keek vervolgens of de maatschappijen gratis eten aanbieden, gratis bagage aan boord toestaan en naar andere indicatoren om te bepalen of de maatschappij een low-cost maatschappij is.
In Europa wordt volgens Mabrian relatief veel gevlogen met low-cost maatschappijen. In Letland, Bulgarije, Litouwen, België, Slowakije, Italië, Hongarije en Macedonië bedraagt het aandeel van prijsvechters zelfs meer dan 70 procent van het totaal.
Ryanair is volgens het onderzoek, na Southwest, de grootste low-cost carrier ter wereld, easyJet staat op plaats vier.
In absolute aantallen bieden de Verenigde Staten de hoogste capaciteit bij budgetmaatschappijen (395 miljoen stoelen), maar dat is niet verrassend want dat is de grootste luchtvaartmarkt ter wereld. Het aandeel bedraagt daar 33,8 procent.